Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Luchtvaart

dinsdag 26 juni 2018

Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met minister van Nieuwenhuizen Wijbenga van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 31 936

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Op 30 mei heb ik samen met bewoners, en samen met mevrouw Kröger, de belevingsvlucht meegemaakt. Natuurlijk wisten we van tevoren dat de vlucht niet representatief zou zijn, maar toch ben ik de Minister erkentelijk voor het feit dat de omwonenden nu in ieder geval één keer echt zelf konden zien hoe hoog 1.800 en 2.700 meter nu daadwerkelijk is. Ik dank de omwonenden in Klarenbeek, Wezep en Zwolle, waar ik was, voor de gastvrije ontvangst; het is goed wonen op de Veluwe.

Voorzitter, om besluitvorming over Lelystad mogelijk te maken, zijn voor de ChristenUnie de volgende zaken nodig. Ten eerste een foutloze MER. Die hebben we inmiddels ontvangen. Ten tweede moet helder zijn dat vliegtuigen in de toekomst ongehinderd kunnen doorstijgen. Ten derde moet duidelijk zijn dat Lelystad echt een overloopluchthaven zal zijn en dat vakantievluchten gedwongen kunnen worden van Schiphol uit te wijken naar Lelystad. Vorige week hadden we een interessante hoorzitting met luchtvaartexperts, maar ik heb nog niet een antwoord op al mijn vragen. De luchtverkeersleiding zei in januari dat ze geen garantie konden geven dat de laagvliegroutes zouden verdwijnen en vorige week hoorden we de uitspraak dat na herindeling van het luchtruim geen onnodige laagvliegroutes overblijven en dat het streven is dat laagvliegroutes verdwijnen. De meest verhelderende uitspraak was: herindeling van het luchtruim is niet het tekenen van nieuwe lijntjes, maar het is een belangenafweging. Mijn conclusie is daarom dat de herindeling net zozeer een politiek proces is. Ik heb daarom vandaag hierover een plenair debat aangevraagd dat na het zomerreces zal worden ingepland. Ik beperk me daarom tot de vragen welke prioriteiten en randvoorwaarden de Minister heeft meegegeven, hoe de opdracht is geformuleerd en wanneer de herindeling geslaagd is. De rest komt na de zomer.

Samen met de heer Paternotte heb ik een motie ingediend over knelpunten bij de routes van en naar Lelystad Airport. Die motie is aangehouden. Het gaat om het zoeken naar een oplossing voor Wezep, Zwolle Stadshagen en het Vechtdal. Kan de Minister al meer melden over oplossingen voor deze knelpunten?

Dan over de verkeersverdelingsregel. De Minister schrijft dat de VVR waar ze op koerst, geen vliegtuigen van Schiphol naar Lelystad kan dwingen; het werd al eerder gezegd. Maar wat is anders het doel van deze VVR? Een VVR dwingt en is nodig indien het verleiden via marktmechanismen niet werkt. Als deze VVR alleen maar verleidt, is het toch geen VVR die de Minister voorbereidt? Graag een reactie.

Voorzitter. Ik ben verder wat verbaasd over de plotselinge haast die de Minister blijkbaar heeft met het onderwerp secundaire slothandel, terwijl dat een nogal fundamenteel onderwerp is dat een grondige behandeling vergt. Wanneer vrije verkoop van slots ontstaat, wordt de coördinatie uit handen gegeven aan de vrije markt in een sector waarvan de gemiddelde Nederlander toch al het gevoel heeft dat de overheid er te weinig grip op heeft. Er is juist meer coördinatie en handhaving nodig op luchtvaart in plaats van minder. Wat vindt de Minister hiervan?

De Europese Commissie heeft een slot gedefinieerd als een gebruiksrecht, dus gaat de opbrengst van de verkoop naar de verkopende partij. Als een slot wordt aangeboden door een luchthaven aan luchtvaartmaatschap-pijen, dan zou je aan prijsdifferentiatie kunnen denken waarbij voorrang wordt gegeven aan stille en zuinige vliegtuigen, maar niet wanneer er onderling wordt verkocht tussen maatschappijen. Ik zie niet in waarom een vliegtuigmaatschappij een slot dat zij ontvangt van Schiphol, voor groot geld zou moeten kunnen doorverkopen. Ziet de Minister deze logica wel? Volgens het onderzoek van SEO is er bij slothandel kans op misbruik van marktmacht en is het vanuit breder maatschappelijk oogpunt niet noodzakelijk efficiënt. Wat is hierop de reactie van de Minister? Bovendien ziet de Europese Commissie slots als een gebruiksrecht, zoals ik eerder zei. Dus de opbrengsten komen dan niet bij Schiphol terecht, en dat zou toch eigenlijk wel de bedoeling moeten zijn.

Handel in slots is voor de ChristenUnie denkbaar als er sprake is van een eerlijke open markt, maar we weten dat maatschappijen uit Azië en het Midden-Oosten staatssteun ontvangen, waardoor er oneerlijke concur-rentie is. De kans is dan ook groot dat slots worden verkocht aan de hoogste bieder voor oliedollars en dat de KLM het nakijken heeft. Het maatschappelijk belang van een krachtige KLM is te groot om nu zomaar zonder nader onderzoek of specificaties slothandel te introduceren.

Of vindt de Minister wel dat het speelveld voldoende gelijk is in de luchtvaart om slothandel te introduceren? Het is zaak om vanuit Nederland nu druk uit te oefenen op Europa om onderzoek te doen naar bewijs voor oneigenlijke staatssteun en prijs-dumping. Luchtvaartmaatschappijen die werknemersrechten negeren of ongebreidelde staatssteun ontvangen of aan schijnconstructies doen, lijken de norm voor de bedrijfsvoering in de luchtvaart te worden. Hierdoor kan je spreken van economische schade volgens Europese Verordening 868. Die Verordening zou verder versterkt en gehandhaafd moeten worden. Als de door de slothandel vrijkomende slots in handen komen van kapitaalkrachtige staatsgesubsidieerde luchtvaartmaatschap-pijen uit het Midden-Oosten, dan zal het hierboven geschetste proces verergerd worden en de economische schade voor de Nederlandse luchtvaartsector en de Nederlandse en Europese economie alleen maar groter worden. De sterke en economisch belangrijke luchtvaartsector in Nederland maar ook in Europa staat op het spel. Bij het uitblijven van een onderzoek en het niet nemen van maatregelen is de kans groot dat vrijkomende slots in handen komen van niet-Europese maatschappijen. De ChristenUnie is daarom van mening dat de eventuele introductie van secundaire slothandel eerst een fundamentele discussie met de Kamer vergt. Is de Minister het daarmee eens?

Wat de MER Schiphol betreft sluit ik mij aan bij wat de heer Laçin daarover heeft gezegd.

De voorzitter:

U heeft nog een halve minuut.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dat komt goed. Dan wijs ik alleen nog op de moties van de heer Pater-notte en mij over stille vliegtuigen. Wij willen de meest vervuilende en lawaaiige vliegtuigen uitfaseren. Ziet de Minister kansen om via prijsdiffe-rentiatie te sturen op stillere en zuinigere toestellen? Zou slothandel dat nou juist niet ondermijnen? Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

U ook hartelijk dank.

Verdere informatie

« Terug