Bijdrage Joël Voordewind aan Algemeen Overleg Hoorn van Afrika.

donderdag 29 september 2011

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken in een algemeen overleg met minister Rosenthal en staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken.

Onderwerp:    Hoorn van Afrika

Kamerstuk:    22 831 en 29 237

Datum:             29 september 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ben blij dat we dit debat naar voren hebben kunnen schuiven. Er is een geweld aan debatten geweest inzake de Europese financiële crisis en onze eigen crisis, waarbij mensen, hoe vervelend ook, 1% moeten inleveren. Het is derhalve goed dat we spreken over deze gigantische problemen in de Hoorn van Afrika. Bijna 1 miljard mensen lijden dagelijks door hongergevoel in hun buik. Het is zelfs zo bizar dat het World Disasters Report van het Rode Kruis meldt dat 1,5 miljard mensen op dit moment last hebben van overgewicht, terwijl bijna 1 miljard mensen sterven van de honger dan wel dagelijks met een hongergevoel worstelen. Er sterven momenteel meer mensen aan overgewicht en alle hieraan gerelateerde problemen dan aan honger. Het betreft een verdelingsvraagstuk in de wereld. Uit voornoemde cijfers blijkt dat die verdeling heel ongelijk is. Voor de ChristenUnie en haar fractievoorzitter was dit de reden om bij de algemene beschouwingen te openen met het onderwerp Afrika. De fractievoorzitter heeft dit ook gedaan vanuit zijn eigen ervaringen. Afgelopen augustus is hij zelf in de kampen in Ethiopië geweest en heeft hij poolshoogte genomen van de schrijnende situatie aldaar. Dit heeft de ChristenUnie aangezet om samen met GroenLinks een motie in te dienen om die 0,7% bnp vast te houden en deze als bodem te zien voor de ontwikkelingssamenwerking. De PVV-fractie reageert op die aangenomen motie met de opmerking dat er vooral bezuinigd moet worden op de ontwikkelingssamenwerking. Wen er maar aan dat een duidelijke meerderheid die 0,7% bnp wenst vast te houden.

Ik kom op de oorzaken van de problemen. We kijken allereerst naar de schrijnende situaties. In Somalië is de situatie het meest schrijnend. De vluchtelingen zitten daar helemaal vast. De commissie is een paar jaar geleden bij de grens tussen Ethiopië en Somalië geweest. Voor de Somalische vluchtelingen was het toen lastig om die grens over te steken en dit blijkt nu weer het geval. Mensen durven de oversteek niet te maken, omdat er velen worden overvallen. Ze zijn bang dat zij de reis niet zullen overleven. Vooral de veiligheid is een groot probleem. Vindt de staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking het een goed idee om binnen Europa het gesprek aan te gaan met de Afrikaanse Unie en AMISOM om te bekijken of we AMISOM een rol kunnen geven bij het organiseren van een veilige corridor voor de vluchtelingen vanuit Somalië richting Ethiopië? Men durft deze reis veelal niet aan. De meest schrijnende situatie doet zich voor aan de grens van Ethiopië en Somalië. Het is heel moeilijk voor hulpverleners om hier te komen. Graag hoor ik een reactie van de minister op dit voorstel.

Ik vraag niet alleen aandacht voor de mensen in de vluchtelingenkampen, maar ook voor de mensen die in de omliggende dorpen wonen. Soms zien zij die grote vrachtwagens met hulpgoederen en voedsel voorbijkomen, terwijl zij zelf ook enorme honger lijden door de droogte. We moeten voorkomen dat dit leidt tot grote ongelijkheid en jaloezie tussen de mensen in de vluchtelingenkampen en de mensen in de omliggende dorpen. Hierin kunnen de ngo's, ook de Nederlandse, wellicht een belangrijke rol spelen. Ik vraag de minister en staatssecretaris om hun aandacht voor de Nederlandse ngo's. De SHO (Samenwerkende Hulporganisaties) krijgen van het ministerie geen geld voor noodhulp. De minister heeft bewust ervoor gekozen om dit te doen via de multilaterale organisaties, aangezien de SHO hun eigen particuliere fondsen werven. Dat is een keuze. Het inschakelen van Nederlandse ngo's heeft echter ook zijn voordelen. Die ngo's hebben, net als de SHO, meestal jarenlange ervaring en zitten in de haarvaten van de samenleving. Zij hebben contacten met de lokale organisaties in de omliggende dorpen van de vluchtelingenkampen, zodat die mensen ook bereikt kunnen worden. Het voordeel hiervan is snelheid, maar ook het hebben van ogen en oren op de grond. Ik ben een voorstander van het overmaken van bedragen naar de multilaterale organisaties, maar we krijgen dan een veel minder specifieke rapportage terug, zodat we niet precies kunnen zien wat er gebeurt. Kunnen we 10% van het humanitaire budget reserveren voor de eigen Nederlandse organisaties? Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat zij er al jarenlang zitten.

In geval van structurele hulp is het enorm belangrijk dat er politieke stabiliteit komt. We zien op dit punt een verschil tussen Somalië en andere landen in de regio. De staatssecretaris is zelf in Somaliland geweest en was onder de indruk van het verschil in bestuur tussen Somalië en Somaliland. Er is een jarenlange discussie over de vraag of Somaliland als land moet worden erkend, omdat dit grotere voordelen zou hebben qua financiering en qua kanalen en vertegenwoordiging binnen de VN. Ik hoor graag de mening van de staatssecretaris over dit verloop. Ik erken direct dat dit kan leiden tot grote versnippering en lastige situaties. Een voorbeeld hiervan is Eritrea, dat alsnog in 1993 zelfstandig werd.

Er zijn twee prioriteiten. De eerste prioriteit is water en de toegang hiertoe. De Nederlandse waterschappen zouden hierin een goede rol kunnen spelen. Het gaat vooral om de verdeling en beschikbaarheid van dat water, niet alleen op plaatsen waar goede projecten kunnen worden opgezet, maar ook op plaatsen waar de nood het hoogst is. De tweede prioriteit is voedsel. Landgrabbing moeten worden tegengegaan. Er is een nieuw rapport uitgekomen van Oxfam Novib. Heeft de staatssecretaris hiervan kennisgenomen en wat is zijn eerste reactie hierop? Het bedrijfsleven kiest soms voor de makkelijkere en productieve gebieden. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid moet echter gericht zijn op de allerkwetsbaarsten. Juist zij moeten voedselzekerheid krijgen. Hoe bereiken we deze mensen?

De Kamer heeft een rapport van Amnesty International ontvangen over mensenrechten. Met name in Ethiopië vinden ernstige mensenrechtenschendingen plaats. Hier is geen sprake van vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergaderen. Oppositieleden worden opgepakt. Welke stappen wil de regering concreet zetten om bij te dragen aan een betere bescherming van de mensenrechten in Ethiopië? Ik hoor graag de reactie van de staatssecretaris.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


« Terug