Bijdrage Joël Voordewind aan AO Artikel-100 verlenging Nl. bijdrage Operatie Unified Protector Libië

woensdag 28 september 2011

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor Defensie in een algemeen overleg met minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken.

Onderwerp:    Artikel-100 verlenging Nederlandse bijdrage aan Operatie Unified Protector Libië

Kamerstuk:    32 623

Datum:             28 september 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. 42 jaar heeft het Libische volk te lijden gehad onder kolonel Kadhafi. Dat regime leidde tot gruwelijke moorden. Dat bleek ook vorige week nabij Tripoli, toen een massagraf werd gevonden met 1270 lichamen van gevangenen die genadeloos zijn afgestraft nadat ze in 1996 in opstand waren gekomen tegen de schrijnende situaties in de gevangenis.

Met de inname van Tripoli is het regime-Kadhafi ten val gebracht, maar de strijd is nog niet gestreden. We weten dat die strijd in een aantal plaatsen voortgaat. We kunnen wel constateren dat de missie waaraan ook Nederland een bijdrage heeft geleverd, effectief is geweest. Natuurlijk heeft ook de ChristenUnie-fractie vragen gesteld met betrekking tot een eventueel mission creep en over de heel gerichte bombardementen die zijn uitgevoerd, ook op dichtbevolkte gebieden. Maar uiteindelijk moeten we constateren dat Kadhafi verdreven is en dat de burgerbevolking is beschermd tegen verdere gruwelijkheden van Kadhafi. Er is nu uitzicht op stabiliteit, democratisering en – dat hoop ik oprecht – versterking van de rechtsstaat.

Ik spreek mijn waardering uit voor de Nederlandse vliegers en de militairen die tot nu toe hebben bijgedragen aan de missie. Wij hebben een werkbezoek aan Sardinië gebracht. Ik was onder de indruk van de professionaliteit van de militairen aldaar. Ondanks dat de vliegers alleen het luchtruim mochten monitoren, waren ze zeer gemotiveerd om een bijdrage aan de NAVO-missie te leveren. Het moet soms ook frustrerend zijn geweest om alleen te monitoren en niet te kunnen ingrijpen op momenten dat je ellende op de grond zag. Daarom spreek ik extra respect en waardering uit voor de vliegers die dat moeilijke werk toch hebben gedaan.

Ik zal nu ingaan op de verlenging. Daarover hebben wij een aantal serieuze vragen. In eerste instantie ga ik hier iets breder op in. Het wapenembargo zou verlicht worden conform resolutie 2009, die op 16 september is aangenomen. In hoeverre is de minister van Buitenlandse Zaken hier blij mee? Ik begrijp dat de resolutie een beperkte scope heeft voor het toelaten van wapens, maar gisteren hebben we van het CdS gehoord dat de veiligheidssituatie nog lang niet voldoende is. De grootste bedreiging in Libië is momenteel dat er geen eenduidig veiligheids-systeem van leger en politie is. Vindt de minister het verstandig om op dit moment het wapenembargo zo ruim te verlichten? In de resolutie staat dat het moet gaan om versterking van de veiligheidssituatie, maar er zijn wel heel veel wapens in Libië. Is het verstandig om de wapenindustrie de kans te geven om meer wapens naar Libië te verschepen, ook al gaan ze naar de overgangsraad?

Over de financiën hebben wij gisteren al aanvullende informatie gehad van de heer Van Uhm. Ik heb nog twee vragen die in lijn liggen met de vragen van collega’s. Ik begrijp dat een deel van het geld dat beschikbaar is voor de missie, via een kasschuif naar voren wordt gehaald. Betekent dit dat wij in 2012 minder te besteden hebben aan HGIS en vredes-missies? Het zou enorm triest zijn als wij telkens al het geld voor volgend jaar opsoupeerden. Verder ben ik benieuwd naar de relatie tussen minder vlieguren – we gaan van 400 naar 250 – en een verlaging van het budget. Hoewel er minder gevlogen wordt, blijven de 170 militairen hetzelfde werk doen, maar er wordt toch een korting op het budget doorgevoerd. Kan dat hier zomaar lineair uit volgen?

Andere collega’s hebben al vragen gesteld over het oefenprogramma. Graag hoor ik van de minister van Defensie dat de vliegers voor 100% worden gecompenseerd voor het totale oefenprogramma.

De gevechtsvliegtuigen hadden de afgelopen maanden een air-to-airfunctie. Dat zal minder worden. Het AWACS verzamelt ook gericht informatie over de veiligheid op het land. De rol van de F-16’s verschuift naar het verzamelen van die informatie in plaats van het beperken of ongedaan maken van de vliegbewegingen van de tegenstanders. Welke meerwaarde hebben de F-16-vliegers nog, gezien de inlichtingen die het AWACS al verzamelt?

Ik heb begrepen dat er 1 mln. beschikbaar wordt gesteld voor ontmijningsactiviteiten op de grond door Handicap International. Het Nederlandse defensieapparaat heeft op dit gebied expertise in huis. Voorziet de minister geen bijdrage van onze militairen op de grond voor deze activiteiten? Op de top over Libië in Parijs heeft de minister-president SSR aangeboden. Hierover wordt ook geschreven in de brief van 16 september. Ik zie SSR niet meer terug in de artikel 100-brief. Behoort het nog wel tot de mogelijkheden om onze defensie daarvoor in te zetten? Zo ja, zal dat dan plaatsvinden onder UNSMIL? Als dat in de pijplijn zit, zie ik dat niet terug in de laatste brief over UNSMIL. Daarin staat sowieso niets over een bijdrage van Nederland. Sluit Nederland die uit of is het nog niet ter sprake gekomen?

De heer Ormel (CDA): Collega Voordewind vraagt naar een bijdrage van Nederland aan UNSMIL, maar weet hij dat de Libiërs zelf liever geen westerse militairen op hun bodem zien? Wil de ChristenUnie dit wel?

De heer Voordewind (ChristenUnie): De VN is in gesprek met de Nationale Overgangsraad over mogelijke bijstand. Mocht er via de VN een concrete vraag van de overgangsraad naar Nederland komen, heeft het kabinet dan de openheid en bereidheid om daar serieus naar te kijken? De ChristenUnie zou het in elk geval positief vinden als wij een bijdrage konden leveren aan bijvoorbeeld SSR-activiteiten.

Ik heb nog een aantal vragen over de politieke transitie. Ook mijn fractie maakt zich grote zorgen over etnische zuiveringen nabij Misrata, waarover we hebben gehoord. Is de minister bereid om de mensenrechtenschendingen die hebben plaatsgevonden, aan de kaak te stellen bij de overgangsraad? Ook van de NTC mogen we dit absoluut niet tolereren. Vindt de minister ook dat hier een onderzoek naar moet komen? Is de minister het met de ChristenUnie eens dat er in de nieuwe grondwet een verwijzing moet komen naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zoals dat ook in Afghanistan is gebeurd?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


« Terug