Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat Wet basisregistratie personen

dinsdag 09 april 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers aan een plenair debat inzake de Wet basisregistratie personen

Onderwerp:   Wet basisregistratie personen

Kamerstuk:    33 219

Datum:            9 april 2013

De heer Segers (ChristenUnie):

Dit is een wetsvoorstel dat echt iedereen raakt. Iedere burger in Nederland heeft te maken met registratie van zijn of haar gegevens bij de gemeente. Het gaat vanavond dus over een belangrijk wetsvoorstel. Bovendien zegt dat ook iets over de omvang van alle processen die er achter liggen en waar juist ook in gemeenten hard aan wordt gewerkt. Dit wetsvoorstel biedt een nieuw kader voor registratie. Het is de juridische vertaling van de verandering van technische mogelijkheden. Ruim twintig jaar na de bespreking van de Wet GBA is het niet vreemd dat er een nieuw kader nodig is. Een overheid die haar burgers niet kent en niet weet te vinden, is niet in staat taken uit te voeren die haar door dezelfde burgers zijn toevertrouwd.

Dit wetsvoorstel regelt de wettelijke basis. Daarbij zijn enerzijds de bevordering van een doelmatiger voorziening van persoonsgegevens en anderzijds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer de onderliggende doelstellingen. Ik onderschrijf deze doelstellingen en vind dat ze voldoende tot hun recht komen in het wetsvoorstel.

Het wetsvoorstel kan in grote lijnen op brede steun rekenen. De fractie van de ChristenUnie heeft in het verslag ook geen bezwaren of vragen ingebracht, maar nadere bestudering leverde wel een lacune op, namelijk de plaatsonafhankelijke bijhouding. Het huidige wetsvoorstel bezorgt gemeenten veel werk dat is te voorkomen. Het is onnodig om een en hetzelfde rechtsfeit in meerdere gemeenten te registreren. Daarom ondersteunt mijn fractie het amendement van collega Schouw, dat deze onnodige drukte voorkomt.

Nu de naam van de heer Schouw toch valt, kom ik nog heel even bij een ander punt. Hij diende vorig jaar met collega Voortman een motie in om de regeling met de Stichting interkerkelijke ledenadministratie te heroverwegen, een motie waar ik niet helemaal gelukkig mee was. Ik dank de minister voor zijn brief, voor zijn reactie daarop. Het is een heldere brief. Het is goed om te horen dat deze mogelijkheid er is voor alle levensbeschouwelijke stromingen. Daar is helderheid over geschapen. Bovendien is nog eens bevestigd dat kerkgenootschappen niet zelf in de gemeentelijke administratie neuzen, want dat was toch een suggestie die in de motie zat, maar enkel via de SILA de gegevens van de leden krijgen. Nu beide overwegingen van de motie van de leden Schouw en Voortman daarmee niet ter zake blijken te zijn, neem ik aan dat hiermee de kous af is.

De heer Schouw (D66):

Ik dank de heer Segers voor de steun voor het amendement, maar ik zit nog met een puntje in de brief van de minister en de interpretatie daarvan. Hij schrijft: daarbij is de eis gesteld dat de SILA haar faciliteiten op gelijke voet ter beschikking moet stellen aan ieder kerkgenootschap of ander genootschap op geestelijke grondslag, dat van al die faciliteiten gebruik wenst te maken. Is de heer Segers het met mij eens dat het dus alleen maar gaat om organisaties die een geestelijke grondslag hebben?

De heer Segers (ChristenUnie):

Bovenaan dezelfde pagina staat een lijst, die op de pagina daarvoor begint, waarop zijn vermeld: pensioenfondsen, premiepensioeninstellingen, banken, effecteninstellingen, zorgverzekeraars en ja, daar staat ook de Stichting interkerkelijke ledenadministratie tussen.

Veel organisaties kunnen gebruikmaken van de faciliteit. Die krijgen gegevens toegezonden als ze daar recht op hebben en gebruik van willen maken. Daartussen staat ook deze stichting. Zij heeft een heel speciaal oogmerk. Het gaat inderdaad om organisaties op geestelijke grondslag. Dan kan het gaan om kerken maar ook om humanisten of anderszins.

De heer Schouw (D66):

Dan zijn de heer Segers en ik het eens: de SILA kan alleen maar werken voor organisaties die een geestelijke grondslag hebben. Dan is mijn vervolgvraag of de heer Segers weet of de humanisten er thans gebruik van maken.

De heer Segers (ChristenUnie):

Op de laatste vraag moet ik het antwoord schuldig blijven. Dat weet ik niet, maar dat ze er gebruik van kunnen maken, maakt de brief volstrekt helder. Ik onderstreep nog een keer dat SILA maar een van de organisaties is met een maatschappelijk belang die gebruikmaken van deze faciliteit. Dat is veel breder dan alleen organisaties op geestelijke grondslag. Dit is inderdaad heel specifiek, maar het gaat ook om instellingen en voorzieningen voor onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Dus dat is heel breed. Wat organisaties op geestelijke grondslag betreft: ja, humanisten kunnen daar ook gebruik van maken. Als ze dat willen kan dat volledig.

Dit wetsvoorstel regelt opnieuw de verstrekking van gegevens aan derden met een gewichtig maatschappelijk belang. Wij hadden het er al even over. Dit is breder dan SILA. Het gaat bijvoorbeeld om onderwijsinstellingen, pensioenfondsen, instellingen inzake registratie van kredieten en NS Reizigers. De manier waarop dit gebeurt, moet zorgvuldig en transparant zijn, zodat voor burgers kenbaar is hoe wordt omgegaan met hun geregistreerde gegevens. Juist daarom steunt mijn fractie het door collega Litjens voorgestelde amendement om een voorhangprocedure te houden bij de AMvB waarmee de nadere invulling wordt geregeld. Op dit moment bestaat namelijk de mogelijkheid om verstrekking van gegevens aan derden te blokkeren. Die mogelijkheid bestaat nu alleen bij SILA. Het ligt in de rede dat deze mogelijkheid ook in andere gevallen geboden wordt, zoals in dit wetsvoorstel staat.

Ik rond af. De ChristenUnie-fractie kan dit wetsvoorstel steunen, maar het is wel spannend om te zien of en hoe de implementatie op tijd en binnen het budget rondkomt en of alle gaten, die al eerder zijn genoemd, op een overtuigende manier gedicht worden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.



« Terug