Inbreng Gert-Jan Segers ten behoeve van Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche

donderdag 10 april 2014

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van een Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche

Onderwerp:   Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche

Kamerstuk:    33 885

Datum:            10 april 2014

1. Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij betreuren de lengte van het wetgevingstraject en het schrappen van de registratie- en vergewisplicht. en vrezen dat voorliggende aanpassing van het wetsvoorstel etc. leidt tot grotere verschillen in het gemeentelijk beleid ten aanzien van zowel de regulering als de bestrijding van de misstanden. Zij zijn van mening dat iedere gemeente zich bewust moet zijn van de gevaren van misstanden in de prostitutiesector en dat dit tot uitdrukking moet komen in het gemeentelijk beleid. Kunnen gemeenten op basis van de artikelen 121 en 149 Gemeentewet alsnog een gemeentelijke registratieplicht invoeren? Voornoemde leden zien dat gemeenten op dit moment al verschillende eisen stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van de taal. Onderkent de regering het gevaar dat mensenhandelaars telkens de zwakste schakel in de gemeentelijke keten zoeken? Hoe wordt dit voorkomen En op welke wijze kan uniformering van het vergunningenstelsel toch bereikt worden?

2. Minimumleeftijd

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn voorstander van de leeftijdsverhoging naar 21 jaar. Zij nemen kennis van de zorgen omtrent het bewijzen van die leeftijd. Welk verschil is er met de huidige situatie waarin een klant ook zal moeten weten of een prostituee meerderjarig is? Kan de klant zich, als er sprake is van een exploitant, bij deze exploitant van vergewissen of een prostituee inderdaad 21jaar of ouder is in plaats van bij de prostituee zelf? Dit aangezien de exploitant krachtens artikel 22 deze verantwoordelijkheid heeft. Ten aanzien van de handhaving vragen deze leden hoe wordt omgegaan met prostituees die jonger zijn dan 21 jaar. Is er voor deze doelgroep gegarandeerd hulpverlening aanwezig? Is deze hulpverlening ook specifiek aanwezig voor de doelgroep tussen 18 en 21 jaar?

3. Strafbaarstelling van de prostituee

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het oorspronkelijke wetsvoorstel dat de prostituee die nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt met een geldboete in de eerste categorie wordt gestraft. Welke drempels werpt dit op voor deze jonge vrouwen om bij problemen contact te zoeken met hulpverlening of andere instanties en welke drempels werpt dit op als zij eruit willen stappen?

4. Registratieplicht

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat door het afzien van de registratieplicht er geen duidelijk contactmoment meer is waarbij de gemeente of de GGD informatie kan verstrekken aan de prostituee over gezondheid, veiligheid en hulpverlening. Voorlichting aan prostituees vormt juist bij uitstek de basis van de bestrijding van misstanden, waaronder uitbuiting en mensenhandel. Welke andere mogelijkheden kunnen worden benut om gemeenten op deze punten een zorgplicht te geven?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug