Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van het voorstel van wet van het lid Yücel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en het Burgerlijk Wetboek om gelijke beloning van mannen en vrouwen te bevorderen

donderdag 21 april 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan de plenaire behandeling van een wetsvoorstel van het lid Yücel met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Voorstel van wet van het lid Yücel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en het Burgerlijk Wetboek om gelijke beloning van mannen en vrouwen te bevorderen

Kamerstuk:    33 922          

Datum:           21 april 2016

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Dank en complimenten aan de indiener en ook aan de ambtelijke ondersteuning. Zij worden nog weleens vergeten, maar ze zijn echt de drijvende kracht, zo weet ik uit eigen ervaring, bij dit soort wetsvoorstellen. Het is ook mooi dat het ertoe heeft geleid dat ze nu allemaal in vak-K zitten om dit voorstel te verdedigen.

Het voorstel is sympathiek. Het uitgangspunt is ook voor de ChristenUnie dat mannen en vrouwen geen ongelijke beloning zouden moeten krijgen voor gelijkwaardig werk. In de praktijk komt dat kennelijk nog wel voor. Wij hebben daar ook wat cijfers over gezien. Het is goed dat mevrouw Yücel bekijkt hoe zij hiermee aan de slag kan.

De discussie is wat verwarrend. Het gaat vaak over beloningsongelijkheid aan de ene kant en beloningsverschillen aan de andere kant. Dat zijn voor ons twee verschillende zaken. Er bestaan nu eenmaal beloningsverschillen, niet alleen tussen mannen en vrouwen in een organisatie, maar ook tussen mannen en mannen, tussen vrouwen en vrouwen en tussen bepaalde leeftijden. Dat heeft vooral te maken met competenties en met hoever je bent in je ontwikkeling, allemaal zaken waardoor verschillen gerechtvaardigd kunnen zijn. Daar wil ik wel duidelijkheid over hebben. Het is pas echt een probleem als vrouwen ook echt minder betaald krijgen voor gelijk werk op eenzelfde niveau als mannen.

Dat brengt mij bij de eerste vraag over dit wetsvoorstel. Ik wil graag van de initiatiefneemster horen waar haar wetsvoorstel precies op ziet: het aanpakken van die beloningsongelijkheid tussen mannen en vrouwen bij gelijkwaardig werk of het breder aanpakken van het verschijnsel beloningsverschillen. Als dat laatste het geval is, hoe draagt dit wetsvoorstel daar dan precies aan bij? En wat voegt het wetsvoorstel van de initiatiefneemster precies toe aan wat al kan? De Raad van State heeft erop gewezen dat het bestaande wettelijk systeem sluitend is. Beloningsongelijkheid is al verboden. Als het voorkomt, dan kun je in Nederland onder meer naar het College voor de Rechten van de Mens of de rechter, zo zegt ook de Raad van State. De Raad van State wijst er bovendien op dat de ondernemingsraad, als er beloningsverschillen zijn, nu al zijn instemming kan onthouden aan het beloningssysteem van een onderneming, bijvoorbeeld als functies die vooral door vrouwen worden bekleed onredelijk lager worden beloond.

Ik ga even een ingewikkelde zin uitspreken, maar dit punt is belangrijk. De initiatiefneemster stelt voor de ondernemingsraad ook instemmingsrecht te geven bij "een regeling inzake het door de onderneming gevoerde beleid met betrekking tot de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van alle elementen en voorwaarden van beloning". Dat is een hele mond vol. Ik zoek een beetje wat hier nu precies staat. Is dat een bevoegdheid die de ondernemingsraad al heeft, zoals de Raad van State stelt, of is het juist een verdergaande toevoeging? Ik kan niet uit de nota naar aanleiding van het verslag of de memorie van toelichting opmaken wat de indienster precies bedoelt. Is het iets wat inderdaad al in onderdeel C van het artikel staat? Waarom moet het dan nog opgenomen worden? Of is het een veel verdergaande bepaling ten opzichte van onderdeel C en, zo ja, wat zijn dan precies alle elementen en voorwaarden voor beloning? Het is voor ons cruciaal om te weten wat dat inhoudt om dit goed te kunnen beoordelen. Ik hoop dat de indienster dat ook kan invullen.

Is dit artikel nu ook een grondslag die ondernemingen verplicht beleid te hebben over gelijke behandeling van mannen en vrouwen rond beloning? Moeten zij dat beleid maken en, zo ja, in welke gevallen? Wat is daarvoor nu de wettelijke basis? De initiatiefneemster wijzigt alleen de Wet op de ondernemingsraden. Het ligt, neem ik aan, niet in de bedoeling dat wij ondernemingsraden instemmingsrecht geven bij iets wat ondernemingen helemaal niet hoeven te doen. Ik kan de wettelijke grondslag voor dat beloningsbeleid niet vinden. Als een onderneming geen beleid hoeft te maken, hoe kun je een ondernemingsraad dan instemmingsrecht geven? Misschien kan de minister ook duidelijkheid geven over hoe dat nu wetstechnisch zit.

Dan kom ik op de informatieplicht. De ondernemingsraad krijgt nu al ten minste eenmaal per jaar schriftelijke informatie over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per verschillende groep van de in de onderneming werkzame personen. Daar wordt nu aan toegevoegd dat daarbij voor iedere groep het percentage mannen en vrouwen wordt aangegeven. Hoe draagt het noemen van dit percentage bij aan het aanpakken van de problemen die de initiatiefneemster wil aanpakken? Het noemen van een percentage lijkt mij niet de oplossing voor een probleem. Ik krijg graag een inhoudelijke reactie.

Dat geldt in zekere zin ook voor de verplichting met betrekking tot het jaarverslag. Daarin moet informatie worden vermeld over de omvang van de verschillen in beloning van bij de rechtspersoon werkzame vrouwelijke en mannelijke werknemers. Als er zorgen zijn, dan moet worden beschreven hoe een en ander wordt verbeterd. Maar als ik heel goed naar de wettekst kijk, dan gaan de cijfers over het beloningsverschil, terwijl het verbeteringsbeleid over beloningsongelijkheid gaat. Het blijft een discussie maar het is echt een belangrijk verschil. Dat zijn echt twee verschillende dingen. Het ene ziet op alle salarissen van alle mannen en vrouwen in het bedrijf. Het andere, het beleid, ziet op de beloning van mannen en vrouwen die dezelfde functie hebben. Ik snap niet waarom in de wettekst de termen "beloningsverschil" en "beloningsongelijkheid" zo door elkaar heen worden gebruikt. Dat maakt het ook alleen maar onduidelijker voor ondernemingen wat ze nu precies moeten gaan doen, mocht het voorstel worden aangenomen.

Ik heb een hoop vragen gesteld. Dat is echt omdat ik op een aantal punten nog onduidelijkheid heb, of in ieder geval niet scherp heb wat dit voorstel precies gaat behelzen, waarop het gaat zien en of het consistent is. Ik wacht de beantwoording van de indiener daarom af. Dan zullen we dit wetsvoorstel wegen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug