Over Hendrik-Jan
- Fractiesecretaris
- Lid van de Eerste Kamer sinds 6 april 2021
De behandeling van dit wetsvoorstel past uitstekend in het politieke jaargetij waarin we ons lijken te bevinden en dat gekenmerkt wordt door evaluaties, zelfevaluaties, blikken in voorgehouden spiegels en onderzoek naar eigen handelen. De benaming van deze Kamer als ‘chambre de réflection’ lijkt wel actueler dan ooit.
Sinds 2012 kent het Nederlandse strafrecht een zogeheten taakstrafverbod, vastgelegd in art. 22b Sr. Het voorliggende wetsvoorstel is een uitbreiding daarvan die het opleggen van een taakstraf verbiedt bij een veroordeling wegens – kort gezegd – het gebruik van geweld tegen personen die een publieke taak uitoefenen.
Hoewel het niet bedoeld is als een ongepaste zelffelicitatie stelt mijn fractie met genoegen vast dat deze Kamer aan het begin van een nieuw parlementair jaar twee belangrijke thema’s letterlijk en figuurlijk naar voren haalt. Binnenkort debatteren we over de zelfevaluatie van de Kamer naar aanleiding van de toeslagenaffaire en vandaag spreken we met de parlementaire onderzoekscommissie antidiscriminatiewetgeving over het rapport ‘Gelijk recht doen’. De prominente placering van beide debatten op de Kameragenda is wat mijn fractie betreft een terechte onderstreping van het belang van deze – deels met elkaar verwante – onderwerpen.