Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid (AO d.d. 12/09)

woensdag 07 november 2018

Bijdrage Joël Voordewind aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Harbers van Justitie en Veiligheid

Kamerstuknr. 19 637

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Begrip voor de collega's die ongeduld hebben als het gaat om het kinderpardon en de uitvoering daarvan. Dat ongeduld heb ik ook, maar er is inmiddels wel besloten om een commissie in te stellen die gaat kijken naar de doorloopsnelheid van de procedures. Ik ga ervan uit dat het niet een verkorting van de procedures wordt, maar dat het gaat om de snelheid van de procedures. Ik hoop dat daarin verbeteringen mogelijk zijn.

Er wordt ook specifiek gekeken naar de positie van gezinnen en van kinderen. Ik hoop dat er ook gekeken wordt naar de bestaande situatie en ik hoop dat de staatssecretaris in de tussentijd, terwijl de commissie haar werk doet, terughoudend zal zijn bij het uitzetten van kinderen.

Op dit moment constateer ik dat er geen meerderheid is voor de verruiming van het kinderpardon. Wel roep ik de staatssecretaris op om de bestaande regeling ruimhartig toe te passen.

De heer Jasper van Dijk (SP):
De heer Voordewind roept de staatssecretaris op om terughoudend te zijn met het uitzetten van kinderen zolang het onderzoek loopt. Dat vind ik zeer terecht en dat ben ik met hem eens. Zou hij mijn motie willen steunen die daartoe oproept?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Sorry, ik kwam net iets later binnen, dus ik moet die motie nog bestuderen. Als die motie een moratorium inhoudt, dan kies ik liever mijn eigen termen. Ik heb net gezegd dat ik hoop dat de staatssecretaris terughoudend is gedurende het onderzoek. Als we zouden overgaan tot een moratorium, dan zou ik het regeerakkoord openbreken en daar zie ik tot nu toe nog geen aanleiding voor.

De voorzitter:
Tot slot, de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Het regeerakkoord is al vaker opengebroken, dus dat lijkt me een heel vreemd argument.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Maar dan moet je het daar wel met z'n allen over eens zijn. En dat zie ik nog niet snel gebeuren.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Wie weet, wie weet. Ik stel de heer Voordewind een puur inhoudelijke vraag. Op het moment dat de regering een commissie instelt, dan erkent ze daarmee dat het beleid discutabel is. Is het dan niet logisch om uitzettingen van kinderen tot die tijd op te schorten?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb mijn eigen woorden gekozen. Ik roep de staatssecretaris op tot terughoudendheid. Daar laat ik het bij.

De heer Fritsma (PVV):
Ik luister altijd heel goed naar de heer Voordewind, want hij vertegenwoordigt de regeringspartij ChristenUnie. Realiseert hij zich wat zijn oproep betekent? Hij vraagt de staatssecretaris om terughoudend te zijn bij beslissingen tot uitzettingen. Wat is de wettelijke vertrekplicht die afgewezen asielzoekers hebben voor regeringspartij ChristenUnie waard, vraag ik me dan af. Mag iedereen die gewoon negeren?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
De adviescommissie kijkt naar de procedures die er nu lopen en naar hoe het kan dat hier toch gezinnen langer dan vijf jaar aanwezig zijn. Waar zit 'm dat in? Is dat een kwestie van een stapeling van procedures? Is dat ook voor een deel te wijten aan de regering zelf en aan de staatssecretaris en de IND die doorprocederen? Daar verwacht ik antwoorden op. Gebaseerd op de uitkomsten van dat onderzoek zullen we verdere politieke conclusies moeten gaan trekken.

De voorzitter:
Tot slot, de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):
Dat asielzoekersgezinnen niet uit Nederland vertrekken, komt — met alle respect — door partijen zoals de ChristenUnie, die constant hameren op pardonregelingen en die bestaande pardonregelingen uit willen breiden. Natuurlijk gaan asielzoekersgezinnen dan niet weg. Ze zien dat zelfs regeringspartijen bezig zijn om ze hier te houden. Weet u wel wat u zelf aan het doen bent? U zegt een probleem op te willen lossen: u wilt ervoor zorgen dat asielzoekersgezinnen niet te lang in Nederland blijven, zodat de kinderen hier niet opgroeien. Maar dit probleem maakt u met dit gedrag zelf alleen maar erger. Dat betreur ik zeer.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
De heer Fritsma weet precies hoe het komt dat gezinnen hier langer zijn dan vijf jaar en dat ze daardoor verworteld raken. Dat heeft alles te maken met de procedures die zij kunnen aanspreken. Dat heeft misschien ook te maken met het vele onderzoek via een individueel ambtsbericht. Dat heeft soms ook te maken met het doorprocederen van de IND of de staatssecretaris. Dat kan ertoe leiden dat zelfs de eerste aanvraag van een asielprocedure langer dan vijf jaar kan duren. Het heeft dus met onze lopende procedures te maken. Daar kan meneer Fritsma het niet mee eens zijn, maar dan moet hij de wet gaan veranderen in plaats van hier te staan toeteren.

De heer Azarkan (DENK):
Ik begrijp nog niet zo heel goed wat de boodschap van de heer Voordewind nu precies is. Hij zegt aan de ene kant: wees terughoudend met het uitzetten, zolang de commissie nog bezig is met het onderzoek. Anderzijds zegt hij: wees ruimhartiger met het kinderpardon.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Met het toepassen van het bestaande kinderpardon.

De heer Azarkan (DENK):
Dat zijn eigenlijk hele loze kreten, want u geeft het zelf aan: u bent gebonden aan het regeerakkoord. Het is een beetje goedkoop, meneer Voordewind. Het is niet zoveel.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Als de heer Azarkan had meegeregeerd, dan had hij ook aan tafel kunnen zitten. Dan hadden we misschien een andere uitkomst gehad. Maar dat heb ik niet zien gebeuren. Er ligt een regeerakkoord. Dat is een totaalpakket van maatregelen, waar plussen en minnen in zitten. Dit was een min voor ons. Er waren twee partijen die zeiden: we willen het kinderpardon afschaffen. Er waren twee partijen die zeiden: we willen het uitbreiden. Ik constateer dat het kinderpardon, de regeling zoals we die nu kennen, nog steeds bestaat. Binnen het regeerakkoord en binnen de bestaande regels blijft mijn oproep richting de staatssecretaris dan ook om het ruimhartig toe te passen.

De voorzitter:
Tot slot, de heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):
Ja, tot slot. Het gaat er niet om dat ik aan tafel kom zitten. Dat is natuurlijk een beetje een goedkope jij-bak. Het zou u sieren als u gewoon zegt: ik kan even niks doen voor die mensen. Het is een beetje een goedkope oproep. Wees helder en geef aan dat u niks kunt doen. U heeft helemaal geen zicht op dat ruimhartig toepassen. U kunt dus de motie van collega Van Dijk meetekenen en dan bent u ook uw woord waard. Dan zegt u namelijk: geen uitzetting van kinderen, zolang het onderzoek loopt. Maar een beetje halfbakken geroep siert u niet. Het is gewoon zo mager! Het is niet zoveel.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik begrijp dat het makkelijk is om vanuit de interruptiemicrofoon de wereld te besturen. Maar ik constateer tegelijkertijd dat de ChristenUnie en D66, maar ook de partijen VVD en CDA hebben aangedrongen op een commissie die verder moet gaan kijken hoe we kunnen voorkomen dat mensen langer dan vijf jaar in Nederland blijven. Dat heeft alles met de procedures te maken. Daar komt nu een adviesrapport op. Ik heb er in het debat ook op aangedrongen dat zo snel mogelijk te organiseren, zodat we er niet weer een jaar of langer over hoeven te doen. Ik begrijp dat het ergens rond april naar de Kamer komt. Dan zullen we opnieuw moeten gaan kijken wat we kunnen doen, ten eerste om te voorkomen dat kinderen en gezinnen hier langer dan vijf jaar zijn. En ten tweede moeten we kijken naar de bestaande situatie.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Alleen ter opheldering. Er werkt een commissie aan een rapport over het verkorten van de procedures, zodat er veel minder kinderen in de situatie komen te zitten als waar kinderen nu in zitten als de Staat maar door blijft procederen. Verwacht u dat er in dat rapport ook een oplossing komt voor het verruimen van het kinderpardon voor de kinderen die nu al de dupe zijn geworden? Is dat de inzet van de ChristenUnie?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb gekeken naar de werkinstructie van deze commissie. Daar staat expliciet in dat er gekeken wordt naar gezinnen met kinderen. Daar staat ook expliciet in dat er wordt gekeken naar de procedures. Ik ga nu niet op de uitkomsten vooruitlopen. Ik wacht de adviezen af. Gebaseerd op die adviezen ligt de bal straks weer in de Kamer en moeten we het er weer over hebben.

De voorzitter:
Tot slot.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dat zijn toch twee dingen. Ik begrijp heel goed dat u rekening wilt houden met gezinnen met kinderen in de procedures zoals die dan vanaf nu gaan gelden. Dat is dan de inzet van de commissie, maar in uw inleiding zei u ook dat u hoopt dat we dan aan een soort kinderpardon toekomen. Is het nou uw inzet om dan aan de hand van die commissie toch nog te gaan praten over een kinderpardon of is dat eigenlijk gescheiden?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Er lopen nu dingen door elkaar heen. In mijn inleiding heb ik gezegd dat het geen geheim is dat de ChristenUnie altijd gepleit heeft voor een ruimer kinderpardon. De uitkomst is bekend: in het regeerakkoord staat geen verruiming van het kinderpardon. Ik roep de staatssecretaris nu op tot een ruimhartige toepassing van het bestaande kinderpardon, maar dat heb ik in het verleden natuurlijk ook altijd gedaan. Ik constateer dat er een commissie aan het werk gaat en ik ga niet op de conclusies vooruitlopen. De commissie moet haar werk doen en als de aanbevelingen hier liggen, gaan we daar als Kamer naar kijken.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Voordewind.

Meer informatie

« Terug

Archief > 2018 > november