Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Waterkwaliteit

donderdag 27 juni 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een algemeen overleg met minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   Waterkwaliteit

Kamerstuk:    27 625

Datum:            27 juni 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Ik was enige tijd geleden op werkbezoek bij Dunea, bij de drinkwatervoorziening. Ik was onder de indruk van de technologie en de technologische stand van zaken in Nederland, waarmee we een goede kwaliteit van ons drinkwater bereiken. Alle hulde daarvoor!

Maar er zijn ook bedreigingen voor ons drinkwater. Laat ik het vandaag niet hebben over schaliegaswinning, maar over geneesmiddelen. Ook daar maar ik mij namelijk zorgen over. Veel restanten van geneesmiddelen komen via het afvoerwater in ons watersysteem terecht. Dat is natuurlijk niet alleen zorgelijk voor de natuur en de waterkwaliteit. Steeds meer onderzoeken wijzen erop dat er risico's zijn voor de volksgezondheid. In ieder geval zijn die risico's niet uit te sluiten. Het is mooi dat het kabinet nu aan de slag gaat met een brongerichte aanpak en dat het allerlei maatregelen gaat onderzoeken. Maar wanneer is er concreet resultaat? Er is nu bijvoorbeeld geen wettelijk toetsingskader om te kunnen beoordelen of er te veel geneesmiddelen of afbraakproducten in het water zitten. Gaat het kabinet hiervoor normen op papier zetten? We zijn eventueel bereid daar een motie over in te dienen.

In de brief die het kabinet heeft gestuurd, wordt vooral ingegaan op humane geneesmiddelen, terwijl diergeneesmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen ook een rol spelen. We weten niet welk aandeel de verschillende middelen in de vervuiling hebben. De ChristenUnie vraagt daarom een overzicht van de diverse diffuse vervuilingsbronnen, met gegevens over vuilvrachten, toxiciteit, afbreekbaarheid en andere effecten op het milieu en de waterkwaliteit. Daarmee kunnen we een goede afweging maken als het gaat om de noodzaak, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van maatregelen.

In de brief staat dat het kabinet de maatregelen gaat verkennen, zowel bij de bron, in ziekenhuizen en zorginstellingen, als in de afvalfase, bij rioolwaterzuiveringsinstallaties. Er wordt gekeken naar drinkwaterbedrijven. Er zal hierover overleg worden gepleegd. Er wordt gekeken naar andere typen medicatie, die meer biologisch afbreekbaar zijn. Nogmaals, wanneer ontvangen we concrete voorstellen? Is de minister bereid een proef te doen om te zien of het rendabel is om bij chronisch zieken die veel medicijnen gebruiken thuis medicijnresten te verwijderen voordat ze in het riool verdwijnen?

Ik kom op de Kaderrichtlijn Water. Na 2015 is er geen geld meer voor de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water. Er is tot 2027, als we onze zaakjes op orde moeten hebben, nog veel te doen. Het budget is echter wegbezuinigd door het vorige kabinet. De minister moet volgend jaar bij de Europese Commissie haar plan indienen voor de periode 2016 tot 2021. Gaat de minister daar ook het geld bij leveren? De Europese Commissie heeft intussen haar zorgen uitgesproken over het tijdig uitvoeren van de KRW-ambities. De minister wil het uitstel beter onderbouwen. Het PBL stelt echter dat we in 2027 maar 40% van de doelen halen. Daarop wil ik graag een reactie.

Ik wil ook graag een reactie van de minister op het pleidooi van het PBL dat ook voor het ondiepe grondwater doelen moeten worden geformuleerd. In 2008 was er al een RIVM-rapport waarin grondwaternormen werden voorgesteld. Is de minister bereid deze normen op te nemen bij de aanpassing van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water?

De minister is van plan waterkwaliteit over te hevelen naar het Deltafonds om te komen tot meer synergie. Het is eerder door de Kamer juist uit het Deltafonds gehaald om te voorkomen dat maatregelen voor waterkwaliteit ten koste zouden gaan van het budget voor waterveiligheid. Ik vind het prima om een en ander weer samen te voegen in het Deltafonds, maar levert de minister er dan ook het geld bij, conform het advies van vorige week van de Deltacommissaris? Blijft de investeringsruimte voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening in tact? De Deltacommissaris steunt het voornemen van de minister, maar pleit er ook voor dat er een een-op-eenverhouding blijft tussen het Deltafonds en het Deltaprogramma. Is de minister daarom bereid waterkwaliteit ook onderdeel te maken van het Deltaprogramma?

Tot slot kom ik op de Omgevingswet. Waarom wil de minister het gemeentelijk rioleringsplan schrappen uit de Omgevingswet? Voor zover ik heb begrepen, is de hele sector hiertegen. Het rioleringsplan heeft juist gezorgd voor een hoge kwaliteit van het stedelijk waterbeheer. Ons pleidooi is om dit niet te schrappen uit de Omgevingswet.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug

Archief > 2013 > juni