Bijdrage Joël Voordewind debat over de agenda van de Europese Top.

woensdag 22 juni 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Gelukkig hebben wij gisteravond kunnen zien dat het Europees Parlement steun heeft verleend aan de Griekse regering, hoewel die steun natuurlijk maar zeer beperkt was, want het ging om vijf zetels verschil. Wat dat aangaat, deed het mij een beetje denken aan ons parlement, waar er ook maar een heel kleine meerderheid voor dit kabinet is. Gelukkig houdt daar de vergelijking wel weer op als we kijken naar het verschil van de schulden, de staatsschuld, de begrotingstekorten en het bezuinigingspakket.

We hebben de vorige keer uitgebreid gesproken over de leningen en de bijdragen van de private sector. We zien dat de private sector en de banken bereid zijn om op vrijwillige basis een bijdrage te leveren aan Griekenland. We hebben goed begrepen dat het kabinet heeft gezegd dat het om een substantiële bijdrage gaat, maar ik zie nog wel spanning. In hoeverre kan een vrijwillige bijdrage substantieel zijn? Wil het kabinet hierover een oordeel vellen, al zijn de onderhandelingen nog gaande?

Een vraag die ik daarbij heb, is in hoeverre de private sector dit nu ziet als een credit event. Wij hebben het al gehoord van de Fitch en van SNP; zij zullen het uitrollen oftewel het verlengen van de leningen betitelen als een credit event. Ziet het kabinet dat ook? Wat is het verschil tussen het laten doorgaan van de leningen en het verlengen van de leningen? Het komt uiteindelijk op hetzelfde neer.

Wij hebben tijdens het interruptiedebatje al gesproken over de eurozone. Zeven landen staan in de rij om toe te treden tot de eurozone. Estland is al toegetreden en nu zien wij dat Letland en Litouwen ook op de rit staan. Voorbij die landen zien wij ook nog dat Bulgarije en Roemenië graag willen toetreden tot de eurozone. De vraag is of wij dit wel willen. Moeten wij niet een pas op de plaats maken? Moeten wij niet eerst orde op zaken stellen in eigen huis voordat wij nieuwe landen laten toetreden?

Wij weten nu dat Griekenland te gemakkelijk de eurozone is binnengetreden. Is dat niet gekomen door een gekwalificeerde meerderheid? Moeten wij niet secuurder kijken naar zo'n toetreding en moeten wij niet streven naar uniformiteit?

De heer Plasterk (PvdA):

Geldt de aarzeling van de heer Voordewind voor nieuwe toetreders ook voor Litouwen en Letland, of alleen maar voor de landen die daar achteraan komen? Hebben wij in zijn optiek op basis van het huidige verdrag überhaupt de bevoegdheid om iets anders te doen dan te toetsen op de criteria die voor de toetreding gelden?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat die bevoegdheid er is, blijkt uit het feit dat Letland en Litouwen op dit moment nog geen lid worden van de eurozone. Zij hadden zich samen met Estland aangemeld. Estland is inmiddels wel toegetreden, terwijl alle drie de landen voldeden aan de criteria. Blijkbaar is het dus mogelijk. Ik pleit voor een tijdelijk moratorium, zodat wij eerst orde op zaken kunnen stellen, voordat de trein doordendert.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik ben het natuurlijk eens met de heer Voordewind dat wij van de toetreding van Griekenland moeten leren dat het onverstandig is, landen toe te laten die hun zaken niet op orde hebben. Wij moeten zeer kritisch kijken naar de criteria. Dat is wel even iets anders dan de conclusie dat wij sowieso een pas op de plaats moeten maken. Stel dat Litouwen aan de meest strenge toepassing van de criteria voldoet, is de heer Voordewind dan nog van mening dat wij een pas op de plaats moeten maken, of vindt hij dan dat het voldoen aan de criteria genoeg reden is voor toetreding?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik hoef de heer Plasterk niet uit te leggen dat de eurozone in een heel bijzondere situatie zit en op het punt staat te vallen. Als wij niet voldoende goede maatregelen nemen, komen wij in een volledige crisis terecht. Wij moeten dan alle mogelijke moeite doen om de euro in stand te houden. Ik leg de Kamer straks in een motie een vraag voor. Op het moment dat je huis in brand staat, is het dan verstandig om te zeggen: business as usual?

Ik vind het heel verstandig om tijdelijk een pas op de plaats te maken. Laten wij de zaak eerst overzien. Wij weten nog niet eens wat er met Ierland gebeurt of met Portugal. Moeten wij dan toch automatisch doorgaan met het toelaten van de volgende landen? Ik weet dat wij dat volgens het Verdrag van Maastricht verplicht zijn, maar Zweden bijvoorbeeld heeft er zelf voor gekozen om zijn huiswerk niet in te leveren. Er zijn andere landen die op dit moment niet willen toetreden tot de eurozone. Er bestaan verschillende meningen over de eurozone. De eurolanden gaan over de toetreding en wij moeten heel scherp kijken of wij daar wel mee willen doorgaan.

De heer Schouw (D66):

De heer Voordewind sprak over een huis dat in brand staat. Hoe meer blussers erbij komen, hoe sneller de brand kan worden geblust. Uit alle studies blijkt dat uitbreiding van de EU met nieuwe landen altijd leidt tot een stijging van de welvaart in het eurogebied. Hoe meer blussers, hoe beter de brand kan worden bestreden. Kan de heer Voordewind daar zijn reflecties op geven?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij weten van landen als Engeland, Denemarken en Zweden dat zij goed zouden kunnen zijn in het blussen, want zij gaan een meerwaarde toevoegen ten opzichte van de eurozone. Maar wij moeten nu niet landen gaan binnenhalen als Bulgarije en Roemenië, waarvan wij voor Schengen nog niet eens zeggen dat zij moeten toetreden en waarover wij grote zorgen hebben als het gaat om de mensenhandel en het binnenbrengen van prostituees. Door die landen nu of op korte termijn binnen te halen wordt het vuur alleen maar aangewakkerd. Daar zitten wij op dit moment niet op te wachten.

De heer Schouw (D66):

Het is jammer dat de politiek van de angst zo regeert, ook bij doorgaans heel verstandige fracties.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Nuchter verstand!

De heer Schouw (D66):

Ik vind het jammer om dat te constateren. De heer Voordewind weet ook dat er allerlei criteria en allerlei voorwaarden zijn en dat er heel duidelijk wordt gemeten en gekeken. Ik begrijp niet waarom de ChristenUnie van dat pad van een zorgvuldige manier van uitbreiding af wil raken, en hier alleen maar de argumenten van de angst naar voren brengt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het lijkt wel alsof D66 horende doof is en ziende blind, want het huis staat in brand. Dan kunt u niet zeggen: laten wij maar even een zonnebril opzetten of maar even de andere kant op kijken. Wij moeten nu eerst orde op zaken stellen. Ik hoop dat u dat ook ziet en onderkent dat we nu eerst in eigen huis orde op zaken moeten stellen voordat wij weer een hele trits landen toelaten, waarvan ik u de voorbeelden heb genoemd. Ik zie de duim omhoog gaan van de heer Ten Broeke, dus ik neem aan dat de VVD-fractie straks ook voor de motie zal stemmen, maar dat moeten wij afwachten. Laten wij eerst orde op zaken stellen, ons nuchtere verstand gebruiken en dan verder kijken. Dat doen wij wel vaker. Dat hebben we bij Kroatië ook gezegd.

 

« Terug

Archief > 2011 > juni