Bijdrage Joel Voordewind Notaoverleg Media

maandag 27 juni 2011

 Bijdrage Joel Voordewind aan het Notaoverleg Media in de Tweede Kamer op 27 juni 2011

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Als je als laatste aan de beurt komt, heeft dat als voordeel dat je het veld een beetje kunt overzien.

            Het omroepbudget gaat van een woonkamerbreedbeeldformaat naar een keukenplasmaschermpje. Het blijft gelukkig wel een kleurentelevisie, oftewel: de pluriformiteit blijft behouden. De omroepen moeten echter voor 127 mln. minder dezelfde kwaliteit en dezelfde kleur blijven leveren. Dit heet in de termen van dit kabinet: snoeien om te bloeien. Dat hebben wij ook gezien bij andere begrotingen. Ontwikkelingssamenwerking zou ook beter af zijn als er een 1 mld. vanaf zou gaan.

            Ook wij vinden dat er best bezuinigd kan worden, maar dit is een onevenredige bezuiniging en die kan de ChristenUnie absoluut niet steunen. De ChristenUnie vindt de publieke omroep van grote waarde voor de maatschappelijke binding en om mensen en groepen een stem te kunnen geven. Daarom is het goed dat de binding in stand blijft met de koppeling aan het aantal leden, de koppeling aan het budget en de koppeling aan de zendtijd.

            Ik spreek echter meteen mijn zorgen uit. Ook in het vorige debat heb ik aandacht gevraagd voor de gedwongen fusies die toen al ter sprake kwamen. Ik voorspelde al dat het alleen mogelijk zou zijn als er een bonus-malusregeling voor komt, omdat anders juist de pluriformiteit wordt aangetast. Niets anders dan dat blijkt nu het geval: de gefuseerde omroepen krijgen 10 mln. erbij. Volgens de BCG komt er door fusiewinst, efficiencywinst, mogelijk nog eens 16 mln. vrij. Dat is dus een dikke bonus in deze tijd van heftige bezuinigingen. In deze tijd waarin wij kritisch zijn over bonussen bij banken etc. zien wij dat gefuseerde omroepen er een dikke bonus bij krijgen. Juist de standalones, de omroepen die zelfstandig willen blijven en een uitgesproken kleur hebben, gaan er echter op achteruit.

Dat betekent verschraling van het aanbod en dat betreurt de ChristenUnie. De minister waarschuwt dat uiteindelijk alle omroepen zullen moeten fuseren als de omroepen er niet uit komen. Ik moet er niet aan denken, want dan zouden we vijf nog grijzere omroepen krijgen. Dat is echt een brug te ver.

            Wij hebben niet alleen zorgen; er zijn ook goede dingen. Ik lees in de brief dat programma's als Mediawijzer intact blijven. De ChristenUnie heeft onder het vorige kabinet nadrukkelijk aandacht gevraagd voor dit programma om bewustwording over het kijkgedrag onder jongeren en kinderen te stimuleren. Ook de plug-inmotievan de ChristenUniezien wij vertaald in de brief. De opbrengstenvan de verspreiding vanprogramma's van omroepen, zoals de themakanalen, moeten worden teruggesluisd naar de omroepen. Dat betekent een versterking van 9,1 mln. Ik vraag de minister wel om deze gelden, wellicht middels oormerken, daadwerkelijk bij de omroepen te krijgen.

 

Mevrouw Van Miltenburg(VVD): Ik vraag me af waar de heer Voordewind precies leest dat de opbrengstenvan de themakanalen echt rechtstreeks teruggaan naar de omroepen. Dat was weliswaar de strekking van zijn aangenomen motie, maar waar leest hij dat dit gebeurt, behalve dat deminister de intentie heeft om te onderzoeken of dat kan?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dat is een goede vraag. De minister geeft in de brief aan dat zij die intentie heeft. In het rijtje van onze zorgen geef ik de minister daarom ook het volgende mee: het is mooi dat zij intenties uitspreekt, maar ik zou het terecht vinden als de opbrengstenvan de themakanalen daadwerkelijk teruggaan naar de omroepen, opdat de omroepen die geen geld meer krijgen voor de themakanalen, wel deze gelden ter beschikking krijgen, wellicht om door te gaan met de themaomroepen. Ik wacht het antwoordvan de minister af en als dat niet naar tevredenheid is, zal ik hierover in tweede termijn een motie indienen.

            Dan de beprijzingvan de programmagegevens.Aan de ene kant wil deminister de ledenomroepenversterken, maar aan de andere kant worden de programmagegevens zo goed als vrijgegeven. Er blijft slechts 1,95 cent over. Dat is echt een dumpprijs. Zelfs als we het advies van het Commissariaat voor de Media zouden volgen, zouden we op 3,40 cent moeten uitkomen. Dat is nog een schijntje. Ik vraag de minister om nadrukkelijk de mogelijkheid te overwegen om op het maximumscenario van het Commissariaat voor de Media te gaan zitten. Er rusten tenslotte nog steeds auteursrechtenvan de omroepenop deze gegevens.

            De collega's hebben al aandacht gevraagd voor de heel grote bezuiniging op de Wereldomroep. Zijn er binnen het behoud van het restantvan de Wereldomroepwel mogelijkheden om trainingsfaciliteiten voor journalisten in stand te houden? Ik vraag de minister dus eigenlijk om het mandaat iets groter te maken dan slechts het stimuleren van het vrije woord, van vrije omroepen.

 

De heer Haverkamp (CDA): De heer Voordewind is ook woordvoerder Buitenlandse Zaken. Ik kan mij voorstellen dat hij bij de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken gaat bekijken wat de Wereldomroep daadwerkelijk gaat doen. Kunnen wij een voorstelvan de ChristenUnie-fractie tegemoet zien om een dekking te vinden voor deze trainingsfaciliteiten?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik begrijp dat de minister hier nog naar kijkt; dat moet zij doen in samenspraak met deminister van Buitenlandse Zaken. In zijn brief die we gisteren hebben gehad, zie ik dat hij een bedrag van 6 mln. uit het ontwikkelingssamenwerkingsbudget gaat halen. Dat betreur ik zeer, want bij voorgaande financieringen is Radio Free Iran bijvoorbeeld wel uit het mensenrechtenfonds van Buitenlandse Zaken gefinancierd. Het kabinet maakt nu echter een beetje een panieksprong door ook ontwikkelingssamenwerking hiervoor aan te slaan; die gelden zijn daar niet voor bedoeld. Ik hoop dus een draagvlak te vinden voor mijn standpunt. Als dat niet in de eerste termijnvan de minister lukt, zal ik in tweede termijn met een motie komen. Ontwikkelingssamenwerking wordt namelijk al voor 1 mld. aangeslagen.

            Boston Consulting Group heeft geadviseerd om 6 mln. te bezuinigen op de 2.42-omroepen, maar uiteindelijk is het 13 mln. geworden. Dat betekent een halvering van het budget voor de levensbeschouwelijke taakomroepen. Dat is buitensporig veel. Het surplus wordt bovendien verdeeld over de omroepen die dergelijke programma's niet automatisch zullen kunnen onderbrengen. Hoe kan de minister deze disproportionele bezuiniging op de 2.42-omroepen uitleggen?

 

            Ik heb nog een aantal losse punten, te beginnen het Beloningskader Presentatoren Publieke Omroep. Conform een motievan de heerAtsma en ondergetekende zouden wij de salarissen boven de balkenendenorm uit de verenigingsgelden gaan betalen. Nog steeds zitten echter elf presentatoren boven die norm, terwijl de afspraak vijf was. Misschien moeten we in het kadervan de Voorjaarsnotaeens nadenken over een amendement om de salarisoverschrijdingen in te houden op de bijdragen aan de desbetreffende omroepen. Wij pleiten hier immers al jaren voor en het gebeurt nog steeds niet; dan moet het dus maar op een andere manier. Dat hebben wij ook bij de organisaties voor ontwikkelingssamenwerking gedaan; toen hebben wij gesnoeid op de salarissen van directeuren die teveel kregen, en dat werkte heel goed.

            De bijdrage aan het MCO wordt gehalveerd. Dat vindt ook mijn fractie een te rigoureuze bezuiniging. Ik ondersteun wel het voorstel en het pleidooi van het MCO, om het via de Mediawet met name de klassieke ensembles mogelijk te maken om geldstromen van derden te faciliteren.

            Nu er een sterke ledenbinding nagestreefd wordt door het kabinet, vinden wij ook dat de bewijslast voor commerciële nevenactiviteiten van ledenomroepen bij het Commissariaat voor de Media zou moeten liggen. Nu ligt die bewijslast bij de omroepen zelf. Graag een reactievan de ministerop het verzoek om de bewijslast vooral bij het Commissariaat voor de Media te leggen; dat is ook normaal in het bestuursrecht.

            Samen met collega Jaspervan Dijkstel ik vast dat het advies van programmaraden steeds vaker genegeerd wordt door kabelaars als Ziggo en UPC. Bepaalde programma's waarvan de programmaraden vinden dat die in het pakket moeten zitten, komen niet meer terug in het pakket; daarmee bedoel ik onder andere zenders als Family7 en TBN Europe. Dat is een slechte zaak, want de programmaraden hebben de wettelijke taak om adviezen te geven en de kabelaars moeten die overnemen.

            Wij verlenen geen steun aan de te grote bezuinigingen, maar wel aan een financieringssystematiek die gekoppeld is aan de leden, ter versterking van het draagvlak in de samenleving en de pluriformiteit van het publieke bestel. Kortom, wij zijn voor het behoudvan de kleurentelevisiemaar maken ons zorgen over de beprijzingvan de programmagegevens, over de Wereldomroep, over de 2.42-omroepen en de nog steeds buitensporige salarissenvan de presentatoren.

 Voor meer informatie over dit debat: www.tweedekamer.nl

« Terug

Archief > 2011 > juni