Bijdrage Joël Voordewind aan Algemeen Overleg Focusbrief ontwikkelingssamenwerking.

donderdag 16 juni 2011

Bijdrage Joël Voordewind aan Algemeen Overleg over Focusbrief ontwikkelingssamenwerking van 16 juni 2011 in de Tweede Kamer.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Het is altijd bijzonder om te horen hoe het beleid beter
en efficiënter wordt als je 1 mld. bezuinigt. Dat zegt de VVD ook over defensie. Ik begrijp die
koppelingen nooit, maar het is ook niet mijn verkiezingsprogramma.
Voorzitter. Het is belangrijk om met het kabinet te spreken over ontwikkelingssamenwerking.
Na het WRR-rapport over de invulling van de doelgroepen, het landenbeleid en de
prioriteiten kunnen wij dat vandaag concreter doen. De ChristenUnie staat niet te juichen bij
dit kabinet en ook niet bij de grote bezuiniging die wordt doorgevoerd. Als ik de heer Dijkhoff
ook nog hoor zeggen dat wat hem betreft de ontkoppeling doorgevoerd mag worden, denk ik
echt: waar is de solidariteit met de allerarmsten in de wereld gebleven? Desondanks doet de
staatssecretaris in zijn brief goede voorstellen voor de prioriteiten. Dat waren ook de
prioriteiten in het WRR-rapport en in ons verkiezingsprogramma. Wij moeten kijken naar de
dingen waarmee wij zelf een meerwaarde aan het OS-veld kunnen geven, zonder dat dit
leidend wordt voor de keuzes die wij maken. Je moet altijd uitgaan van de vraag en de
behoefte van de landen, maar bekijk wel hoe je een meerwaarde in het spectrum van
donoren kunt organiseren. Mijn complimenten ervoor dat de staatssecretaris dat heeft
gedaan.

Watermanagement, landbouw, milieu en justitie zijn begrijpelijke keuzes. Een heel
belangrijke prioriteit was dat 15% van het budget besteed zou worden aan onderwijs. Die
prioriteit is in de Kamer altijd gehanteerd. Waarom? Omdat wij hebben geleerd en omdat
rapporten hebben uitgewezen dat onderwijs een belangrijke basis is voor ontwikkeling in
ontwikkelingslanden, ook voor de economische ontwikkeling die het kabinet zo belangrijk
vindt. Juist dat speerpunt heeft deze staatssecretaris losgelaten omdat hij de prioriteiten
belangrijker vindt dan de vraag van landen. Als de prioriteiten van landen belangrijker waren
geweest, had onderwijs ook in zijn rijtje gestaan. Onze keuze is dit niet. Hoe wil de
staatssecretaris uitfaseren met grote delen van het onderwijsprogramma? Kan hij
veiligstellen dat wij deze landen niet verweesd achterlaten? Als ik het antwoord op deze
vragen niet voldoende beantwoord vind, zal ik in hierover een motie indienen.
Als de economische ontwikkeling een speerpunt is, laat dan ook de regels centraal staan bij
het beleid van het kabinet als transparantie-eisen voor beursgenoteerde bedrijven, eerlijke
handel, het voorkomen van belastingontwijking. Ik heb hier eerder een motie over ingediend.
Deze regels zijn essentieel voor economische ontwikkeling. Ik hoor graag hoe het kabinet
daar uiting aan geeft. Ik begrijp dat het 100 mln. vrijspeelt voor het Initiatief Duurzame
Handel (IDH) en het platform voor duurzame ontwikkeling. Als ik een motie indien om
transparantie te betrachten, duidelijke afrekenbare doelen te stellen en vraag naar de
faseringen etc., is er voor die motie geen meerderheid bij coalitiepartijen. Dat betreur ik zeer.
Hulde voor het platform dat onder het vorige kabinet is ingesteld, maar laat het wel
transparant zijn. Waarom moet er 100 mln. aan besteed worden, terwijl er multinationals,
bedrijven die helemaal niet staan te springen om overheidsgeld, deelnemen? Als de
staatssecretaris dan toch moet bezuinigen, waarom speelt hij dan het bedrijfsleven zo'n
groot bedrag in de kaart? De bedrijven zijn toch gewoon verantwoordelijk voor
maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Ik ben benieuwd hoe bij de prioriteit water omgegaan wordt met de desinvesteringen. Ook
dat was een prioriteit van het vorige kabinet. Hoe gaan wij om met het uitfaseren bij
bepaalde landen? Ik mis in de prioriteit de allerarmsten en de mensen die nog geen toegang
hebben tot schoon drinkwater; 15% van de wereldbevolking heeft dat niet. Waarom geven
wij geen prioriteit aan de landen waar een groot deel van de bevolking geen toegang heeft
tot schoon water? Over voedselzekerheid komen wij nog te spreken in het AO over
landbouw en ontwikkelingssamenwerking. Hierbij gaat het vooral over de verdeling in de
keten. Hoe zorgt de staatssecretaris ervoor dat de lokale producent echt profiteert? Inzet op
voedselzekerheid vraagt een goed verdelingsvraagstuk over de voedselvoorraden. Wat
wordt gedaan aan landgrabbing -- ik spreek mijn waardering uit voor de actie van Oxfam
Novib -- en biodiversiteit? Het belang wordt door het bedrijfsleven onderkend, getuige de
adviezen van de Taskforce Biodiversiteit en de instelling van het Platform Biodiversiteit en

Bedrijfsleven. Graag aandacht hiervoor. Waarom zie ik over de tropische bossen niets terug
in de brief? Gezien het economisch belang is dit wel degelijk nodig.
Het zal geen verrassing zijn dat wij het inzetten op veilige abortussen niet toejuichen.
Natuurlijk zijn wij wel voor het voorkomen van ongewenste zwangerschappen en het
inzetten op preventie. Als wij daarop inzetten, zullen wij zien dat het ondersteuning geven
aan veilige abortussen niet of veel minder noodzakelijk is. Laat het hand in hand gaan: een
grote nadruk op preventie, het voorkomen van ongewenste zwangerschappen en het
bijstaan van vrouwen die wel zwanger zijn geraakt. De rol van de kerken is soms
tweeslachtig. Aan de ene kant zien wij dat kerken in landen als Zambia een enorme steun in
de rug zijn en verantwoordelijkheid nemen voor de zorg voor bijvoorbeeld aidspatiënten. Aan
de andere kant zien wij in landen als Uganda en Zimbabwe dat ook de kerken stigmatiseren.
Betrek de kerken in beide gevallen, want zij kunnen een belangrijke rol spelen, hetzij
positief, hetzij negatief.
Gelden de vier prioriteiten ook voor de multilaterale organisaties en de ngo's? De vorige
minister voor Ontwikkelingssamenwerking maakte die koppeling wel. Het zou de
bewegingsvrijheid van ngo's en MFS II-organisaties zeer beperken als zij alleen nog maar
op de vier prioriteiten kunnen samenwerken. Ik ga er eigenlijk van uit dat de staatssecretaris
dat niet bedoelt. Er is in de brief aandacht voor de gehandicapten als het gaat om de
gezondheidszorg, maar ik zie graag ook integrale aandacht voor gehandicapten als het gaat
om toegang tot werk, scholing en financiële diensten.
De staatssecretaris zegt dat Nederland een substantiële donor moet zijn. Waarom hebben
wij dan gekozen voor Burundi, Kenia en de Palestijnse Gebieden? Nederland staat daar niet
in de top tien. Dat geldt ook voor goed bestuur. In sommige landen is dat er wel en in
sommige niet. Toch kiezen wij voor bepaalde landen. De basis voor de keuze bestaat uit
een quickscan. Is de staatssecretaris bereid om die quickscan openbaar te maken zodat de
Kamer inzicht heeft in de keuzes? Ik mis de regionale indeling en sluit mij aan bij de
opmerking die mevrouw Ferrier daarover maakte. Bij de partnerlanden zie ik landen staan
als Jemen, Uganda, Sudan en Afghanistan. Dat zijn landen waar geen religieuze vrijheid is
en waar de doodstraf staat op bijvoorbeeld bekering, overspel en homoseksualiteit. Hoe kan
het dat de staatssecretaris die landen nog steeds op zijn lijstje heeft staan? Aan landen die
gruwelijkheden begaan en die dat in hun wetgeving hebben opgenomen, zouden wij geen
steun moeten geven. Ik roep de staatssecretaris op om dit pleidooi te steunen en deze
landen geen begrotingssteun meer te geven.
In Egypte heerst er een speciale situatie. Ik begrijp dat wij gezien de omwentelingen en de
bedreigingen met de Moslimbroederschap afwachtend moeten zijn. Ik wil Egypte in de wacht
zetten en niet nu al van het landenlijstje afhalen. Wij kunnen bezien of wij kunnen stimuleren
dat de democratie de goede kant opgaat. Aan Rwanda geven wij sectorale steun. Ondanks

dat moet er een advies worden gegeven door het ministerie over bewijsvoering inzake het
proces Victoire Ingabire. De staatssecretaris ondersteunt de justitiële sector, terwijl de
staatssecretaris van Justitie bewijslasten gewoon overlevert aan Rwanda. Ik vind dat
onbegrijpelijk. Je geeft niet voor niets sectorale steun. Bij twijfel niet inhalen, dus ook geen
materialen uitleveren. Geef een negatief advies voor het uitleveren van dat materiaal aan
Rwanda, want er zijn te veel twijfels over een eerlijk proces.
De heer Dijkhoff (VVD): De heer Voordewind geeft aan dat hij het beleid op het punt van
veilige abortussen niet steunt. Mensen die daartoe overgaan doen dat niet voor hun lol. Het
is helaas een geschikt en noodzakelijk middel bij ongewenste zwangerschappen die vaak
ontstaan na seks waar niet mee ingestemd is. Staat de heer Voordewind wel
ongeclausuleerd tegenover alle andere vormen van het voorkomen van ongewenste
zwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals die in het beleid staan?
De heer Voordewind (ChristenUnie): Wij hebben altijd de ABC-benadering bepleit. Die is
heel effectief geweest in Uganda. Dat betekent dat wij meer nadruk voorstaan op het zich
houden aan één partner en het terughoudend zijn bij seksualiteit voor jonge kinderen en
tieners zodat ongewenste zwangerschappen worden voorkomen. Men moet meer de nadruk
leggen op de preventiekant, dan op het pleisters plakken als het te laat is. Wij hebben er
altijd voor gepleit om condooms voor risicogroepen in te zetten. Wat dat betreft zijn wij niet
de paus; wij komen uit een gereformeerde traditie.

« Terug

Archief > 2011 > juni