Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Contracteerruimte AWBZ 2013

donderdag 15 november 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:               Contracteerruimte AWBZ 2013

Kamerstuk:               30 597

Datum:                        15 november 2012

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Ook ik wil namens mijn fractie de nieuwe staatssecretaris graag feliciteren en hem heel veel succes en wijsheid toewensen. We staan inderdaad voor een niet geringe klus, namelijk de hervormingen in de langdurige zorg, in de AWBZ. Ook mijn fractie vindt dat fundamentele veranderingen op dat punt onvermijdelijk zijn, maar tegelijkertijd is er de uitdaging om die veranderingen met de care vorm te geven. Daarbij willen wij heel graag met de staatssecretaris samenwerken.

Ik wil graag een paar punten benoemen, allereerst de dagbesteding, die gisteren nog hoog op de politieke agenda stond en veelbesproken was. Sinds de afgelopen twee dagen weten we dat er met het nieuwe kabinet grote onzekerheid is over de toekomst van de dagbesteding. De aanspraak op dagbesteding zal veranderen en helderheid is er na het debat van gisteren niet gekomen. Er is gelukkig wel een brief toegezegd waarin wordt verduidelijkt hoe het zogenaamde bufferjaar 2014 vormgegeven gaat worden. Die brief kunnen we binnen zes maanden verwachten. Volgens ons is het echter van belang dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt, mede omdat het hierbij om een kwetsbare doelgroep gaat. Ik roep de staatssecretaris er dan ook toe op om zijn goede wil te tonen en eerder duidelijkheid te verschaffen. Kan hij ook toezeggen dat in die brief niet alleen wordt ingegaan op de gevolgen voor nieuwe cliënten, maar ook op de gevolgen voor bijvoorbeeld kleine zorgaanbieders die zich vooral op de dagbesteding hebben gericht?

Tot die kleine zorgaanbieders behoren ook de zorgboerderijen. Het aantal zorgboerderijen is in de afgelopen tien jaar ruim verviervoudigd. Volgens mij zijn er in ons land inmiddels meer dan 2 000 zorgboerderijen. Vandaag staat de onderzoeksrapportage Zin in landbouw op de agenda. Daaruit blijkt dat de baten van de dagbesteding op de boerderij enorm zijn, bijvoorbeeld voor jongeren: minder schooluitval, minder uithuisplaatsingen, minder ondertoezichtstellingen en bovendien minder justitiële kosten. Voor ouderen kan de dagbesteding leiden tot lagere zorgkosten door de beweging die zij daar krijgen en tot uitstel van een intramurale opname. Hoeveel ruimte is er in de toekomst nog voor mensen om hun zorg zelf in te kopen? In sommige regio’s is de contracteerruimte voor kleinschalige zorg beperkt.

Ik wil nader inzoomen op de contracteerruimte. Anderen wezen er al op dat twee weken geleden, op 1 november, het proces van de zorginkoop voor 2013 is afgerond. Eerder kon er nog geen inzicht worden gegeven in het aantal nieuwe innovatieve aanbieders dat voor 2013 is gecontracteerd. Ik hoop dat de staatssecretaris dat inzicht vandaag wel kan geven. Wij vinden het belangrijk om dit te blijven volgen, want bij de contractering van het zorgaanbod is sprake van een ongelijk speelveld: grote aanbieders staan tegenover de kleinere en gevestigde aanbieders staan tegenover het nieuwe zorgaanbod. Grote aanbieders hebben meer capaciteit om alle procedures in te gaan om überhaupt gecontracteerd te worden. Aanbieders lopen tegen een omvangrijke administratieve rompslomp op en zorgkantoren hanteren allemaal verschillende eisen. Zo bezien is een stukje nivellering in de zorg hoognodig, want dan ontstaat een gelijk speelveld, waarop ook kleine aanbieders voldoende kansen krijgen. Mevrouw Agema (PVV): Linksom of rechtsom heeft vrijwel iedereen hier aan tafel vuile handen, behalve mevrouw Leijten, want u hebt allemaal getekend voor het Kunduzakkoord of voor de plannen van het tweede kabinet-Rutte. Ik zit daarom met toenemende verbazing te luisteren. Haalt mevrouw Dik haar handtekening weg onder het Kunduzakkoord? Dat akkoord gaat over 2013, het jaar dat nog moet komen. Zo ja, dan juich ik. Zo niet, dan zijn dit simpelweg haar eigen plannen en dan hebben al die kritiek en al die vragen geen enkele zin.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Nee, ik haal mijn handen niet af van het Kunduzakkoord; die handtekening staat. In het Kunduzakkoord, het Lenteakkoord, zijn maatregelen voorgesteld voor de herziening van de AWBZ. Die maatregelen zijn keihard nodig. Ik sta nog steeds vierkant achter die maatregelen, want het hele Lenteakkoord is een beweging naar zorg dicht bij mensen, in de buurt. Ik sta nog steeds helemaal achter die beweging.

De voorzitter: Dat lijkt mij een bevredigend antwoord voor mevrouw Agema. Of niet?

Mevrouw Agema (PVV): Nee, linksom of rechtsom bezuinigt de ChristenUnie met haar handtekening onder het Kunduzakkoord 1,4 miljard euro netto op de zorg. Al die plannen waarop mevrouw Dik nu kritiek heeft, zijn dus haar eigen plannen, waarvoor zij heeft getekend. Dat jaar komt nog. Als zij het oneens is met die plannen – dat hoop ik – moet zij haar handtekening weghalen, want dan kunnen we de begroting voor 2013 daadwerkelijk openbreken. Kritiek hebben op je eigen plannen waar je eigen handtekening onder staat, slaat immers helemaal nergens op.

De voorzitter: Ik ben heel royaal als voorzitter, maar er was niets nieuws in uw vraag.

Mevrouw Agema (PVV): Ik kreeg geen antwoord op mijn vraag. Mijn vraag is of mevrouw Dik haar handtekening onder het Kunduzakkoord vandaan haalt. De voorzitter: Daar hebt u antwoord op gekregen.

Mevrouw Agema (PVV): Kennelijk is het antwoord nee. Nou, dan weten we dat in ieder geval zeker.

De voorzitter: Mevrouw Dik, u had al antwoord gegeven, maar u mag dat best nog een keer doen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik stel vast dat de zorgkosten enorm oplopen en dat er in de Tweede Kamer een breed draagvlak is voor herziening van de AWBZ. Er wordt ook breed gedeeld dat de AWBZ geëxplodeerd is. Excusez le mot, maar dat is wel het gevoel: de AWBZ-regeling moet herzien worden. Daar zijn stappen voor gezet en daar blijf ik vierkant achter staan. Als u het mij toestaat, ga ik nu verder. De voorzitter: Dat sta ik u zeker toe, maar ik houd wel van debat. Als mevrouw Agema nog iets wil zeggen, kan dat. Niet? Gaat u verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik breng graag de inventarisatie voor het experiment Regelarme instellingen van vorig jaar in herinnering. Talloze meldingen gingen over zorgkantoren. Ik kom graag op voor de aanbieders die een achterstand oplopen omdat zij klein of nieuw zijn. Juist als wij toegroeien naar een stelselwijziging waarmee de inkoop van zorg steeds meer bij gemeenten komt te liggen, is het voor de ChristenUnie van belang dat er een integrale visie ligt op contracteren. Daarop krijg ik graag een reactie van de staatssecretaris. Voor de zomer vroeg mijn fractie om maatwerk bij het uitwerken van het doelgroepenvervoer, met name in de door mijn collega van de PvdA al genoemde dunbevolkte gebieden. Ik vraag vandaag in het bijzonder aandacht voor het vervoer naar specialistische centra, bijvoorbeeld naar centra die zijn gericht op niet-aangeboren hersenletsel. Recent ben ik tijdens een werkbezoek thuis geraakt in die problematiek van nietaangeboren hersenletsel. Het gaat daarbij echt om specialistische centra die zich niet richten op een gemeente maar op een hele regio. Voor die regiogeoriënteerde centra is het verlagen van het tarief funest. De voorzitter: Ik ga u even onderbreken. Ten eerste maakt u de indruk dat u nog een heel verhaal gaat houden, maar uw spreektijd is op. Ten tweede wil mevrouw Leijten interrumperen. Ik verzoek u om na die interruptie af te ronden.

Mevrouw Leijten (SP): Die bezuiniging van 91 miljoen op vervoer is echt een Kunduzmaatregel. Wij hebben meerdere malen gevraagd of dat wel nodig was. Uw voorganger, mevrouw Wiegman, heeft bij hoog en bij laag beweerd dat niemand zonder vervoer zou komen te zitten als gevolg van een te hoog tarief van de aanbieders. omdat de aanbieders een te hoog tarief hanteerden. Staat de ChristenUnie nog steeds achter die uitspraak?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): De maatregelen uit het Lenteakkoord en de bezuiniging op het doelgroepenvervoer zijn gebaseerd op rapportages die er lagen. Daarvan zijn we uitgegaan. Collega Wiegman heeft daar echter nog iets bij gezegd. Ik citeer uit het verslag van de bespreking dat ik hier voor me heb: «Ook hiervoor geldt dat de uitwerking van deze afspraken maatwerk vraagt, bijvoorbeeld in dunbevolkte regio’s en voor specifieke doelgroepen.» De uitwerking van die afspraken zal aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. We staan dus achter die maatregel uit het Lenteakkoord, maar tegelijkertijd hebben we gezegd dat we daarbij voldoende oog willen houden voor dunbevolkte regio’s en voor specifieke doelgroepen. Dat doe ik nu dus weer. De voorzitter: Dat «maatwerk» komt me bekend voor.

Mevrouw Leijten (SP): Ja, en «binnen budgettaire kaders blijven» ook. En dan moeten we maar zien hoe het gaat met dat maatwerk. Ik stel vast dat het nu 15 november is en dat de ChristenUnie weer om maatwerk vraagt. Ik weet echter dat er heel veel organisaties zijn die straks mensen niet meer naar hun dagbesteding kunnen laten vervoeren omdat de Kunduz-partijen het nodig vonden om generiek 91 miljoen in te boeken. Welke oplossing voor deze situaties stelt mevrouw Dik voor?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ook mijn mailbox stroomt vol met berichten van mensen die zich zorgen maken. Ik neem die zorgen serieus. Daarom herinner ik weer aan ons appel, destijds bij de afspraken uit het Lenteakkoord, om voldoende mogelijkheden te laten voor maatwerk en voor specifieke doelgroepen. Dat doe ik bij dezen weer. Ik was aan mijn tijd, dus daarom mijn slotopmerking. Ik kan me geheel aansluiten bij de zorgen die zijn geuit door de PvdA en D66 en bij de lovende woorden die zijn geuit over de Thomashuizen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug