Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Groene Groei (AO d.d. 09/10)

dinsdag 05 november 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber e.a. als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een voortgezet algemeen overleg met minister Kamp van Economische Zaken en staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu    

Onderwerp:   VAO Groene Groei (AO d.d. 09/10)

Kamerstuk:    33 043

Datum:            5 november 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik heb drie moties. De eerste motie dien ik mede in namens GroenLinks.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het bbp een belangrijke indicator is voor het meten van welvaart in de jaarlijkse Macro Economische Verkenning (MEV) van het CPB, maar dat deze indicator beperkingen kent en een eenzijdige weergave geeft van welvaart en welzijn;

constaterende dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het advies "Naar een lerende economie" concludeert dat het bbp-begrip steeds slechter past bij de structuur van de moderne economie;

van mening dat in de komende jaren moet worden ingezet op een sociale en duurzame economie en dat de aanpak van de economische crisis een samenhangende aanpak vereist, waarbij niet alleen wordt gekeken naar financieel kapitaal, maar ook naar sociaal en ecologisch kapitaal;

verzoekt de regering, voorstellen te doen voor een andere opzet van de Macro Economische Verkenning van het CPB, waarin de stand van de economie ook in sociaal en ecologisch opzicht wordt weergegeven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 17 (33043).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel reclameverlichting 's nachts aan is terwijl er vrijwel niemand is om ernaar te kijken;

overwegende dat dit leidt tot lichtvervuiling en slecht is voor de biodiversiteit;

verzoekt de regering, net als Frankrijk reclameverlichting 's nachts te verbieden waarbij er uitzonderingen zijn voor bijvoorbeeld luchthavens en feestdagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18 (33043).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er voor sociale veiligheid en verkeersveiligheid richtlijnen zijn voor verlichting van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde en daarnaast (vaak strengere) normen voor het politiekeurmerk Veilig Wonen en van verzekeringsmaatschappijen;

overwegende dat genoemde normen en richtlijnen niet altijd lichtvervuiling tegengaan en niet altijd zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek wat een sociaal veilig of verkeersveilig lichtniveau is;

verzoekt de regering, samen met genoemde instanties te onderzoeken wat een sociaal- en verkeersveilig lichtniveau is zodat genoemde normen en richtlijnen kunnen worden aangepast om lichtvervuiling tegen te gaan en de Kamer te informeren over de onderzoeksresultaten en de vertaling daarvan in aangepaste normen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 19 (33043).

De voorzitter:
Drie moties in twee minuten, dat is een hele prestatie. Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug

Archief > 2013 > november