Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Milieuraad

donderdag 10 september 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een algemeen overleg met staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   Milieuraad

Kamerstuk:    21 501 – 08  

Datum:            10 september 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Over drie maanden moet er in Parijs een klimaatakkoord zijn gesloten. Het afgelopen jaar is er achter de schermen flink onderhandeld maar de tijd dringt. De staatssecretaris schrijft over een compacte onderhandelingstekst aan het begin van de conferentie, maar van de 86 bladzijden eerder dit jaar zijn er nog steeds 72 over. Dat zijn echt te veel mitsen en maren.

Bijna 60 landen hebben nu hun inzet opgestuurd, maar als je die optelt, stijgt de CO2-uitstoot in 2030 nog steeds, alleen wat minder hard dan als landen helemaal niets zouden doen. Een dalende lijn is nodig om de 2°C-doelstelling  te halen. Is de staatssecretaris het met de ChristenUnie eens dat de nu ingediende voornemens van de 60 landen gewoonweg niet voldoende zijn voor de doelstelling die de staatssecretaris ook zegt te onderschrijven?

Ik mis ook daden bij het woord. Waar is het pakket aan maatregelen van de EU om de 40% echt te halen? Daardoor zou de EU meer overtuigingskracht krijgen. De ChristenUnie vraagt daarom de staatssecretaris zich in de Milieuraad sterk te maken voor een programma van afspraken met de lidstaten om het reductiedoel daadwerkelijk te halen. Ook vraag ik de staatssecretaris een voorstel uit te werken voor de periode 2020-2030.

Het werd al door mijn buurman aangehaald: we kennen de staatssecretaris als zeer ambitieus. Maar hoe reageert zij straks in Parijs als andere landen haar confronteren met de reactie van het kabinet op de uitspraak van de rechter in de klimaatzaak? We gaan er nog met elkaar over debatteren, maar we kunnen nu al wel vaststellen dat Nederland niet eens het kortetermijndoel van 25% reductie voor 2020 zal halen. Ik zie de klimaatzaak en de kolencentrale die in de Eemshaven volop mag gaan stomen. Hoe geloofwaardig is Nederland dan nog als we in Europa pleiten voor meer urgentie?

De heer Remco Dijkstra (VVD): De rechter heeft Nederland opgelegd om 25% te doen. Weet mevrouw Dik-Faber hoeveel België moet doen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Dat weet ik niet uit mijn hoofd, maar ik zit hier dan ook in het Nederlandse parlement. Ik spreek voor Nederland en ik vind dat we de uitspraak van de rechter gewoon moeten uitvoeren. We mogen daarmee niet wachten tot 2016.

De voorzitter: Heeft de heer Dijkstra misschien zelf een antwoord op de vraag?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Zal ik het antwoord dan maar geven; het is een soort quiz. België moet 15% doen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik wil hier toch even op reageren. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat we redeneren: zij doen minder en daarom kunnen wij ook achteroverleunen. Elk land heeft de internationale verplichting om zijn steentje bij te dragen. Ik weet dat de VVD graag op de rem trapt, maar de ChristenUnie wil vol gas vooruit. En gas is dan misschien niet helemaal de goede brandstof, maar dat terzijde.

Voorzitter. Wat is het vermogen dat Nederland gaat bijdragen aan het klimaatakkoord? De staatssecretaris stelt immers dat het akkoord landen in staat moet stellen om naar vermogen bij te dragen. Als je puur naar de kostenefficiëntie kijkt, zou voor het bereiken van de klimaatdoelen de inzet van de EU nu al hoger moeten zijn dan de voorgestelde reductie met 40% ten opzichte van 1990. Het IPCC stelt dat Europa voor de 2°C-grens in 2030 55% moet realiseren. Onderschrijft de staatssecretaris deze conclusies?

Ik ben blij met de inzet van de staatssecretaris om tot betere monitoring te komen en specifiek tot een betere rapportage over de klimaatfinanciering. Het is nu niet inzichtelijk wat landen bijdragen, omdat vaak allerlei bijdragen worden meegeteld die helemaal niets met klimaatfinanciering te maken hebben. Volgens de staatssecretaris is het onwaarschijnlijk dat kwantitatieve doelstellingen voor klimaatfinanciering onderdeel zullen worden van het juridisch akkoord, maar hoe wordt dan voorkomen dat het loze intenties blijven? Er is op dit moment zelfs geen zekerheid over de gelden tot 2020, omdat landen zich niet vast willen leggen. De ChristenUnie wil dat landen net als bij de mitigatiebijdrage iedere vijf jaar hun doelstellingen voor nieuwe en additionele publieke financiering herzien.

Als klimaatfinanciering hand in hand gaat met armoedebestrijding kunnen deze doelen elkaar versterken. Toegang tot duurzame energie is essentieel voor de armen. Het voorkomt boskap, zorgt voor schoner koken en voor meer tijd voor school en economische ontwikkeling. Gaat de staatssecretaris hier ook een lans voor breken?

Nederland wil zich in de klimaatonderhandelingen specifiek sterk maken voor een omslag in de transportsector. De ChristenUnie vindt dat scheepvaart en luchtvaart ook in de klimaatdoelen moeten worden opgenomen. Gaat de staatssecretaris zich hardmaken voor een wereldwijd emissiehandelssysteem voor de luchtvaart en accijnzen op kerosine?

Voorzitter, dat zijn veel vragen, maar de ambities van de staatssecretaris zijn heel groot. Ik wens haar dan ook veel succes en wijsheid toe.

De voorzitter: U hebt inderdaad veel vragen gesteld in vier minuten. Dat is knap.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > september