Over Hendrik-Jan
- Fractiesecretaris
- Lid van de Eerste Kamer sinds 6 april 2021
Het pakket van wetsvoorstel en novelle dat we vandaag in deze Kamer behandelen kent inmiddels een lange totstandkomingsgeschiedenis en als deze Kamer niet zogezegd een ‘digitale Kamer’ zou zijn geweest zouden we tegen een onfatsoenlijk dik pak papier aangekeken hebben. Die lange voorgeschiedenis in combinatie met de bijna ongrijpbare breedte van het etiket ‘digitale overheid’ draagt het risico in zich dat het geheel een wat afstandelijk, abstract en theoretisch karakter krijgt.
We bevinden ons in hoogst verwarrende, soms zelfs angstaanjagende tijden. Het aantal crises is overweldigend. We zien een kabinet en een minister van Financiën die van ijsschots naar ijsschots springen en dat met een zekere behendigheid doen. Daarbij wordt niet geschuwd om tientallen miljarden uit te trekken voor crisisbestrijdingsmaatregelen. Nood breekt wet, zo luidt het adagium. Kritiek was er ook. Zo zou het kabinet te lang getreuzeld hebben met daadkrachtig beleid.
Nadat het voorliggende wetsvoorstel door de Tweede Kamer was aanvaard liet mevrouw Bromet namens de initiatiefnemers weten: “Het was een hele interessante politieke reis tot nu toe en die willen wij heel graag voortzetten in de Eerste Kamer.” Namens mijn fractie heet ik de indieners dan ook van harte welkom op hun volgende bestemming en wens ik hen in ons midden een interessant en verfrissend vervolg van de reis.