Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over de Staat van de Europese Unie.

donderdag 09 februari 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind in een plenair debat met minister-president Rutte, minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken.

Onderwerp:   Debat over de Staat van de Europese Unie

Kamerstuk:   33 001

Datum:            9 februari 2012

De heer Voordewind (ChristenUnie):

U kijkt mij nu al bestraffend aan, voorzitter, maar ik moet nog beginnen.

Voorzitter. De afgelopen jaren is er enorm veel gebeurd, maar wat er in Europa gebeurt, wordt gedomineerd door de aandacht voor Griekenland. Normaal zijn we gewend om terug te blikken en vooruit te blikken in den breedte, maar ik zoom nu in op de actualiteit en de stand van zaken op dit moment met betrekking tot Griekenland, want er schijnt terwijl we hier met elkaar spreken, een bijeenkomst te zijn in Brussel van de ministers van Financiën om te spreken over het akkoord dat in Griekenland is bereikt. Kan het kabinet daar al meer over zeggen? Want zelfs als er een akkoord is voor de extra bezuinigingen, dan nog ligt er een voorwaarde om tot een akkoord te komen met de banken. Is het kabinet het met de ChristenUnie eens dat we er nu nog niet zijn en dat er ook een overeenkomst moet komen met de banken voordat de tweede tranche wordt uitbetaald?

Eurocommissaris Kroes zegt dat het geen probleem is als Griekenland uit de euro zou stappen. Liggen daar dan inderdaad scenario's voor klaar? Kan het kabinet ons daarover inlichten? De uitspraak van Kroes eerder deze week en nu toch het akkoord van Griekenland zijn verschillende signalen, die elkaar kunnen tegenwerken. Hoe moeten we dat nu duiden?

Het volgende punt is iets meer in den breedte en betreft de langere termijn. In de eerdere debatten hebben we het ook gehad over het permanente noodfonds. Daarbij hebben we inmiddels gezien dat Finland de op-outoptie heeft bedongen. Toen heeft de minister-president aan mijn fractie beloofd om nog een nadere brief te sturen waarin hij ingaat op de vraag wat die opt-outoptie precies in zou houden en of die eventueel te bedingen is voor Nederland. Dat zou voor ons een erg belangrijke voorwaarde zijn om met het ESM in te stemmen.

Gelukkig gaat het niet alleen over geld in Brussel, maar ook over waarden en over banen. Op de laatste top is daar een aanvalsplan voor ontwikkeld. Welke effecten heeft het Europese plan voor Nederland? Mijn eigen fractievoorzitter heeft daar met steun van de oppositiepartijen een debat over aangevraagd. De coalitiepartijen vonden het niet nodig om te praten over de toenemende werkeloosheid in Nederland. Maar ik hoor graag van de minister-president welke maatregelen Nederland neemt naar aanleiding van de Europese plannen om de werkeloosheid aan te pakken.

Doorgaand op die waarden kom ik op de mensenrechten. Wij hebben onlangs de VN-mensenrechtenambassadeur op bezoek gehad. Die wees ons erop dat wij in Europa geen counterpart hebben. Wij hebben geen Europese speciale vertegenwoordiger voor de mensenrechten. Die zou wel in het vat zitten, maar zou worden tegengehouden binnen Europa. Wat is daarbij de inzet van dit kabinet? Mag ik horen dat zijn inzet is er vooral voor te pleiten één aanspreekpunt te hebben voor de mensenrechten?

Mensenhandel is helaas nog steeds een veel voorkomend verschijnsel in dit rijke deel van de wereld. Een belangrijke koppeling is te leggen tussen prostitutie en bronlanden als Roemenië en Bulgarije. De ChristenUnie is er veel aan gelegen om dat aan te pakken, de slachtoffers bij te staan en nieuwe slachtoffers te voorkomen. Daar is ook een motie mijn collega Schouten over aangenomen (28638, nr. 65), waarin wordt gevraagd maatregelen te nemen in de bronlanden. Kan de staatssecretaris aangeven hoe het staat met de uitvoering van die motie-Schouten?

De heer El Fassed (GroenLinks):

Mijn vraag ging nog over het vorige stukje: de speciale vertegenwoordiger voor de mensenrechten, waar de heer Voordewind pleit. Wij hebben toch een Raad van Europa? Wij hebben daar toch die mijnheer Hammarberg voor?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik had het over de Europese Commissie. Daarin zit lady Ashton, die ook de mensenrechten vertegenwoordigt. Andere landen kennen dat ook, zoals Amerika. Alleen hebben wij geen Nederlandse of Europese ambassadeur voor de mensenrechten. Het gaat om iemand die daar speciaal mee belast is en er onderzoeken en rapporten over kan publiceren. Het is nu een soort bijportefeuille van lady Ashton. Ik wil daar graag één aanspreekpunt voor, zodat daardoor de nadruk van de Europese Unie op de mensenrechten wordt vergroot.

Ik was gebleven bij Schengen en Roemenië en Bulgarije. Het is moedig dat het kabinet standhoudt in het tegengaan van corruptie in Bulgarije en Roemenië, maar is het ook bereid om daarbij speciale aandacht te besteden aan de bestrijding van de mensenhandel, met name in relatie tot prostitutie? Gelet op hoeveel vrouwen uit Roemenië en Bulgarije achter de ramen zitten op de Wallen, is er maar een toevoer en een toevoer. Daar zijn mensenhandelaren aan te pas gekomen.

Dan kom ik op mijn laatste punt: ontwikkelingssamenwerking. Ik zie hier ook de staatssecretaris zitten die over ontwikkelingssamenwerking gaat. Brussel staat bekend om zijn grote steun aan soms dubieuze regimes. Terwijl lidstaten hun begrotingssteun allang hebben opgezegd, gaat Brussel gewoon door. Ik noem Egypte, Rwanda, Uganda, Zambia et cetera. Is de staatssecretaris bereid veel meer te duwen in Brussel om die algemene begrotingssteun terug te dringen aan landen waar aantoonbaar mensenrechten worden geschonden?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief > 2012 > februari