Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Situatie Arabische regio.

dinsdag 07 februari 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken in een algemeen overleg met minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken.

Onderwerp:   Situatie Arabische regio

Kamerstuk:   32 623

Datum:            7 februari 2012

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Dat zou wel tekst kunnen zijn van mijn speech, dus dat is mooi. Ik voeg daaraan in mijn termijn echter toch nog wat toe.

Voorzitter. Ik maak eerst een algemene opmerkingen over de brieven van de minister. Ik dank hem voor de informatie over de stand van zaken van het laatste geweldsincident van 16-19 december. Ik kan mij grotendeels vinden in het genuanceerde en diverse beeld dat de minister schetst over de regio daar. Ik zeg daarbij wel het volgende. De minister is het denk ik met mij eens dat een democratie op zich geen garantie geeft dat de mensenrechten gerespecteerd worden. Alleen met een democratie zijn vrouwenrechten en rechten van minderheden niet gegarandeerd. Ik hoor dat net ook de CDA-fractie zeggen. Het is inderdaad: less for less, more for more. Wij moeten het lef hebben om soms te zeggen: nu stellen wij harde voorwaarden aan welke financiering dan ook. Ik ben blij dat de CDA-fractie dat vandaag heel expliciet heeft gezegd.

Tantawi, de legerleider, en el-Ganzouri hebben gezegd dat zij niet verantwoordelijk zijn voor het geweld van 16-19 december in Maspiro. Ik hoor daarop graag een reactie van de minister. Er zijn daar namelijk veel gewonden en doden gevallen. Het is te gemakkelijk om die verantwoordelijkheid af te schuiven. De vraag is of de minister vertrouwen heeft in het onderzoek dat Tantawi heeft aangekondigd naar die gewelddadigheden terwijl wij nog op onderzoek wachten naar de kerkaanslag in Alexandrië. Daarover is nog steeds geen uitsluitsel, laat staan dat er iemand berecht is. Ik heb met mensen gesproken die verantwoordelijk zijn voor het onderzoek naar Maspiro. Zij maken zich grote zorgen over de onafhankelijkheid van dat onderzoek. Het is niet gelukt om een internationaal onafhankelijk onderzoek te laten plaatsvinden; daarop heeft de Kamer eerder aangedrongen. De minister kwam tot dezelfde conclusie. De mensen die betrokken zijn bij het onderzoek dat nu wordt verricht, vinden niet dat het een onafhankelijk onderzoek is omdat het ingezet is door dit regime dat inmiddels rechtstreeks verantwoordelijk is voor het geweld. Er is weliswaar een commissie aangesteld, maar dat is gebeurd door het regime zelf. Ook het rapport wordt door het regime zelf uitgebracht. Ik sluit mij dan ook aan bij de woorden van de CDA-fractie dat het echt een onafhankelijk onderzoek moet zijn.

Wij krijgen berichten van de kopten die zeggen dat zij niet meer willen afwachten. Zij worden gediscrimineerd en dat is eigenlijk erger geworden sinds de opstanden van januari 2011. Zij wijken uit, onder andere naar Nederland. Wordt het geen tijd om een nieuw ambtsbericht te maken, naar aanleiding van de gewelddadigheden, om te zien hoe de situatie er nu voorstaat voor de mensen die inmiddels in Nederland zijn beland en hier een veilig heenkomen zoeken?

Over wapenexport naar Egypte is in de Kamer een motie aangenomen. Mag ik aannemen dat er op dit moment geen wapens en wapenonderdelen geleverd worden aan dat regime in Egypte?

Wij hebben naar aanleiding van ons bezoek een verslag gemaakt. Via de bode bied ik dat de minister aan zodat hij daarvan kennis kan nemen. Er staat een aantal aanbevelingen in. Ik begrijp dat de minister daarop niet direct kan reageren, maar ik zou het waarderen als ik daarop uiteindelijk zijn reactie krijg. Ik heb ook een aantal exemplaren voor de collega's meegenomen.

Ik kom snel te spreken over de andere onderwerpen. In relatie tot Libië is UNSMIL van start gegaan; er is een assessment gaande. Nederland heeft daarvoor experts beschikbaar gesteld. Wat zijn de verdere verwachtingen van de Nederlandse betrokkenheid straks bij de voorbereidingen van die verkiezingen? UNSMIL heeft geadviseerd over de ontwerpwet mensenrechten, transitional justice en rechtsstaat. Is daarbij ook gesproken over inbedding van de sharia in de grondwet en alle bezwaren die de Kamer daartegen heeft geuit?

Rusland en China hebben hun vetorecht doen gelden bij een resolutie over Syrië. Hoe staat het met de oproep van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Clinton die zei dat zij de mogelijkheden wil onderzoeken om buiten de VN het brute geweld van Assad tegen de Syrische burgers te stoppen? Welke opties liggen er op tafel? Wat vindt de minister van de opmerking van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken?

Ik dank de minister voor de precieze uiteenzetting van waar de Syria National Council uit bestaat. Hoe schat hij de agenda van die council in op het punt van de dominantie van de moslimbroederschap? Vreest hij dat er een heel eigen agenda van de moslimbroederschap in zit? Speelt de moslimbroederschap een dominante rol in de Council?

Mijn twee laatste opmerkingen betreffen Jemen. President Saleh is vertrokken maar de vice-president heeft nog wel degelijk de touwtjes veranderd. Wat is er volgens de minister nu werkelijk veranderd? Vindt hij het verantwoord om nu al de ontwikkelingsrelatie weer op te starten. Wij vinden dat dat niet verantwoord is zolang daar bijvoorbeeld de doodstraf nog steeds geldt en wordt uitgevoerd op mensen die zich bekeren tot een ander geloof.

Over het vredesvraagstuk in het Midden-Oosten hebben wij eerder een motie ingediend en op verzoek van de minister aangehouden. Over de samenwerking tussen Hamas en Fatah is dit weekend een verdrag gesloten. Hoe schat de minister die samenwerking, de overgangsregering, van Fatah en Hamas in nu Hamas heeft gezegd: wij zullen nooit stoppen met het geweld tegen Israël en Israël ook nooit erkennen? Wat is de reactie van de minister op die uitspraak van Hamas?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 


« Terug

Archief > 2012 > februari