Schriftelijke vragen Joël Voordewind: bericht bedreiging 18 miljoen mensen Sahel door human. ramp

donderdag 24 mei 2012

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind en de leden Ferrier (CDA), Van der Staaij (SGP), El Fassed (GroenLinks), De Lange (PvdA), Ouwehand (PvdD), Hachchi (D66) en Irrgang (SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Het bericht dat ruim 18 miljoen mensen in de Sahel worden bedreigd door een humanitaire ramp

Kamerstuk:   2012Z10462

Datum:            24 mei 2012

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat 18,4 miljoen mensen in de Sahel volgens VN-noodhulporganisatie OCHA (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs) bedreigd worden door een groeiende voedselcrisis en dat deze crisis de komende maanden kan uitlopen op een ernstige humani-taire ramp? Onderschrijft u de urgentie van de situatie?

Vraag 2

Kunt u een overzicht geven van datgene wat er tot nu toe en gedurende de laatste decennia gedaan is in deze droogtegevoelige regio om rampen zoals deze te voorkomen? Kunt u daarnaast aangeven waarom het niet gelukt is de dreiging van een nieuwe droogte te voorkomen?

Vraag 3

Gezien het feit dat OCHA verwacht dat de behoefte aan extra internationale steun zal oplopen tot 1,17 miljard euro en er momenteel ongeveer 470 miljoen euro (600 miljoen dollar) is toegezegd, bent u bereid de huidige extra bijdrage van 4 miljoen te verhogen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de overtuiging dat het van belang is om, mede gezien de toenemende frequentie van droogteperiodes en voedselcrises in de regio, meer in te zetten op programma’s voor Disaster Risk Reduction (DRR)?

Vraag 5

Is het waar dat van het budget van 140 miljoen euro voor humanitaire hulp in 2012 dat beschikbaar is buiten de ongeoormerkte bijdragen aan multilaterale instellingen, er 2% beschikbaar is voor DRR? Bent u bereid het percentage te verhogen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u toelichten op welke manier en in welke mate (d.w.z. met hoeveel middelen) de internationale gemeenschap zich inzet voor DRR in de Sahel?

Vraag 7

Kunt u toelichten op welke manier en in welke mate (d.w.z. met hoeveel middelen) Nederland zich inzet voor DRR-programma’s in de Sahel? Kunt u eventuele extra middelen voor de Sahel deels oormerken voor DRR-activiteiten, bijvoorbeeld voor voedselreserves of sociale zekerheidsprogramma’s?

Vraag 8

Met hoeveel middelen en op welke manier zet de regering zich in de Sahel-landen, via bilaterale en multilaterale hulp, in voor het versterken van de positie en zelfredzaamheid van kleinschalige boeren en veehouders?

Vraag 9

Bent u bereid de komende jaren meer in te zetten op structurele oplossingen door de structurele jaarlijkse bijdrage aan de VN Voedsel- en Landbouworga-nisatie (FAO) te verhogen?

Vraag 10

Gezien het feit dat Nederland een belangrijke donor is van het Central Emergency Response Fund (CERF), wil Nederland bij het CERF pleiten voor meer flexibiliteit, zodat op termijn ook «vroege actie» en DRR-programma’s uit dit fonds gefinancierd kunnen worden? Zo ja, hoe gaat Nederland dit aanpakken?

Vraag 11

Kunt u de vragen binnen één week beantwoorden gezien de urgentie van de situatie in de Sahel?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug