Schriftelijke vragen Joël Voordewind over de positie van minderheden in Egypte

maandag 08 oktober 2012

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Immigratie, Integratie en Asiel

Onderwerp:   De positie van minderheden in Egypte

Kamerstuk:   2012Z16916

Datum:            8 oktober 2012

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het artikel ‘Egypt’s Copts to return to Sinai homes, says government’? 1) Heeft u tevens kennis genomen van de Amnesty-rapporten ‘Brutality unpunished and unchecked’ en ‘Agents of repression 2)’?  Heeft u bovendien kennis genomen van het artikel ‘Egypte laat christelijke kinderen vrij 3)’.

Vraag 2

Bent u het met mij eens dat het onacceptabel is dat premier Qandil spreekt van een verhuizing uit vrije wil? Bent u het tevens met mij eens dat de Egyptische autoriteiten ernstige nalatigheid te verwijten zijn aangezien de gevluchte Koptische families niet of nauwelijks zijn beschermd en dat er geen serieus onderzoek is gepleegd naar de daders?

Vraag 3

Hoe verhouden de uitspraken van de minister van Immigratie, Integratie en Asiel, namelijk dat Kopten de mogelijkheid hebben om zich elders in Egypte te vestigen 4), zich tot de uitspraken van premier Qandil? Ziet de minister van Immigratie, Integratie en Asiel aanleiding om zijn uitlatingen aangaande de binnenlandse vluchtmogelijkheden te herzien?

Vraag 4

Klopt het dat Koptische kinderen inmiddels zijn vrijgelaten vanwege de leeftijd? Wat is er juist van berichten dat de ouders een verklaring hebben moeten ondertekenen dat de kinderen desondanks wel schuld bekennen? Is het juist dat onlangs een Koptische leraar is veroordeeld tot zes jaar cel voor het beledigen van Mohammed en de nieuwe president? Zo ja, heeft u tegen dit vonnis protest aangetekend en gevraagd om onmiddellijke vrijlating? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dat alsnog te doen?

Vraag 5

Bent u met mij de mening toegedaan dat de bevindingen van Amnesty  International wederom aantonen dat het Egyptische regime zich nog altijd schuldig maakt aan structurele schendingen van de mensenrechten en dat de cultuur van straffeloosheid, ondermeer bij schendingen door politie en het leger, nog altijd aan de orde van de dag is?

Vraag 6

Hoe verhouden de verslagen van oneerlijke processen van burgers voor militaire rechtbanken, zoals de vervolging van demonstranten naar aanleiding van de protesten van mei jl. in Abbaseya, zich tot uw uitspraken aangaande de beëindiging van berechting van burgers door militaire rechtbanken die u op 13 januari 2012 deed? 5)

Vraag 7

Hoe staat het met het justitieel onderzoek naar de Maspero-slachting? Is de minister van mening dat er sprake is van een effectief en onafhankelijk onderzoek? Zo nee, welke initatieven heeft u, al dan niet in samenwerking met uw Europese collega’s, genomen om een dergelijk onafhankelijk onderzoek te bewerkstelligen?

Vraag 8

Bent u met mij van mening dat de bovengenoemde voorbeelden en de bevindingen van Amnesty International aantonen dat er geen enkele aanleiding is om af te zien van het wapenexportverbod conform de motie Voordewind? 6). Zo nee, waarom niet? 

1) ‘Egypt’s Copts to return to Sinai homes, says government’, Reuters.com, 29 september 2012.

2) Amnesty.nl, 2 oktober 2012

3) Dagblad Trouw, 4 oktober 2012, http://www.trouw.nl.

4) Brief van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, 11 juli 2012, Kamerstuk, 19 637, nr. 1564

5) Brief van de minister van Buitenlandse Zaken, 13 januari 2012, Kamerstuk, 32 623, nr. 56.

6) Motie van het lid Voordewind, 22 december 2011, Kamerstuk 22 054, nr. 184.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug