Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Syrië

woensdag 10 oktober 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Syrië

Kamerstuk:   32 623

Datum:            10 oktober 2012

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. In de laatste zin van de brief van de minister van 9 oktober, die ik nog even teruglas, zit het complete spanningsveld: "Ook de regering maakt zich grote zorgen over de gewelddadigheden en schendingen van internationaal recht door Syrië aan de Turks-Syrische grens en zij acht terughoudendheid van groot belang." We zien de spanningen oplopen, maar tegelijkertijd weten we dat de ellende, als je er een grootschalige NAVO-actie op loslaat, alleen maar groter wordt voor de mensen voor wie wij dat willen doen. Ik refereer hierbij aan het bezoek van mevrouw Ceelen van de Stichting Vluchteling. Zij heeft de gruwelijkheden aldaar, zoals de verkrachtingen van vrouwen en meisjes, nog eens beschreven in de media. Er zijn inmiddels inderdaad 300.000 vluchtelingen en er komen er elke dag 3.000 à 4.000 bij. De urgentie kan niet groter zijn dan ze is.

Ik las dat de NAVO concrete plannen voorbereidt om Turkije bij te staan. Is de minister zich daarvan bewust? Volgens artikel 4 van het NAVO-verdrag moet Turkije de lidstaten daarvan op de hoogte stellen. Beraadt Nederland zich op een eventuele bijdrage? Ik vraag dit heel bewust aan de minister, omdat ik net als de heer Ten Broeke van mening ben dat dit niet aan de Kamer is, maar dat deze op een gegeven moment wel aan zet is om die bereidheid uit te spreken. Ik hoor graag van de minister wat de stand van zaken is bij die NAVO-plannen.

Nederland steunt de oppositiegroeperingen, maar de laatste bomaanslag op de Syrische inlichtingendienst door de radicale islamitische groepering Al-Nussra verklapt wel een beetje wat voor krachten bij de oppositiegroeperingen aanwezig zijn. Ik ga ervan uit dat de minister steun geeft aan groeperingen die absoluut geweldloos verzet plegen. Maar is duidelijk of dat met een schaartje te knippen is? Heeft de minister zicht op eventuele banden tussen het Free Syrian Army en de oppositiegroepen die met alle mogelijke geweldloze middelen worden gesteund? We weten dat het Free Syrian Army zich volgens de Amnesty-rapporten ook schuldig heeft gemaakt aan verkrachtingen en gewelddadigheden.

We zien dat zowel door Syrië als door de oppositiegroeperingen zwaardere wapens worden ingezet. De grote vraag is natuurlijk hoe het regeringsleger en de rebellen aan die zwaardere wapens komen. Hoe gaan de handelslijnen daar naartoe? We weten dat Rusland zich niet houdt aan het wapenembargo. Dat is zeer te betreuren. Volgens Rusland zouden Saudi-Arabië en Qatar hetzelfde doen. Is er een deal mogelijk met de Russen, Saudi-Arabië en Qatar, om echt een pas op de plaats te maken en aan te sluiten bij het wapenembargo dat de EU samen met de Verenigde Staten heeft afgesproken? Zolang de toevoer van wapens niet stopt, zullen het conflict en het geweld voortduren, geef ik de minister mee.

Ik steun de inzet van de minister om de Hezbollah op de EU-lijst van terroristen te plaatsen, maar het bevreemdt mij wel dat dit nog steeds niet is gelukt. Ziet de minister ook als verklaring dat de Hezbollah zich in de afgelopen jaren fantastisch heeft kunnen herbewapenen, omdat de EU daar niet krachtig genoeg bij is? Wat zijn de mogelijkheden om de inzet van de minister alsnog te laten slagen binnen de EU?

Wat zijn de gedachten van de minister over Brahimi? Welke scenario's liggen er om de politieke en diplomatieke impasse te doorbreken?

Wat betreft de humanitaire ramp heb ik begrepen dat Turkije en Irak hun grenzen gedeeltelijk gaan sluiten, omdat zij de vluchtelingenstroom niet meer aankunnen. Dat moet te allen tijde worden voorkomen, want dan komen zij echt in een val terecht. Is de minister bereid om met de EU te pleiten voor openstelling en om te bekijken welke middelen nodig zijn om die lasten te delen?

Net als collega Van Ojik vraag ik de minister naar de stand van zaken wat betreft Syrische vluchtelingen naar Nederland. Neemt die stroom toe? Ik pleit ervoor om daar flexibel mee om te gaan. Ik weet dat de minister er niet over gaat, maar zijn collega voor asielbeleid wel. Ik vraag om souplesse als het gaat om aanvragen van Syriërs die tijdelijk bij familieleden in Nederland willen verblijven, gezien de dramatische situatie in Turkije.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug