Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Transitie Jeugdzorg

donderdag 27 juni 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Transitie jeugdzorg

Kamerstuk:    31 839

Datum:            27 juni 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed dat we hier weer eens opmaken hoe de transitie ervoor staat. Je wordt niet vrolijk als je het tweede rapport van de transitiecommissie leest. Ik ben wel onder de indruk van het gevoel van urgentie. Na het laatste debat zien we dat wel degelijk stijgen. Ik ben ook onder de indruk van de enorme betrokkenheid in het veld, voornamelijk bij gemeenten. Ik kijk echter ook naar het tijdpad, naar de kaders. We moeten de Jeugdwet nog ontvangen. De gemeenten kijken op dit moment uit naar de kaders van het Rijk. Op werkbezoek zie ik dat partijen naar elkaar kijken. De instellingen kijken naar de gemeenten. Ze wachten totdat ze duidelijkheid krijgen over hun financiën. Er rest nog maar anderhalf jaar. De gemeenten kijken weer naar het Rijk tot de Jeugdwet er komt. De gemeenten moeten duidelijkheid krijgen over de beleidsdoelstellingen, over de belangrijke financiering, over het aantal jeugdigen, over de zorgbehoeften et cetera. In de instellingen heerst grote onzekerheid. Het personeel vraagt zich af of het over anderhalf jaar zijn baan nog wel heeft. Verdwijnen er misschien al mensen die rond gaan kijken? Die onzekerheid moeten we zo snel mogelijk wegnemen.

Mijn fractie heeft in het vorige debat gezegd: geen uitstel; we moeten proberen alles op alles te zetten om de datum van 1 januari voor elkaar te krijgen. We zijn aanbeland bij het point of no return. We moeten de handen ineenslaan om dit voor elkaar te krijgen. Het proces loopt al jaren. We hebben de afgelopen jaren te veel vertraging opgelopen. We doen het niet voor het proces. We willen de integrale benadering voor elkaar krijgen, zodat jongeren, kinderen sneller in beeld zijn. We kunnen dan in de breedte kijken in plaats van naar enkelvoudige verschijnselen. We kunnen nagaan wat er in het gezin gedaan kan worden, waarom de schooluitval er is et cetera. Ik vraag de staatssecretaris wel of hij in aanloop naar januari 2015 met de VNG of met een aantal gemeenten om de tafel wil gaan zitten om te bekijken of er al experimenten mogelijk zijn om de inkoop namens de gemeenten te gaan doen. Ik kan mij voorstellen dat dit voor het vrijwillige deel zou kunnen gelden, een suggestie van de gemeente Utrecht. Is de staatssecretaris bereid, belemmeringen voor het vrijwillige deel om te experimenteren in 2014 weg te nemen en daarover in gesprek te gaan met de VNG?

Over de pleegzorg heeft de ChristenUnie een motie ingediend. Daarmee wilde zij duidelijkheid geven aan kinderen en ouders of zij na 1 januari nog recht hebben op pleegzorg en of de kinderen in het betreffende pleeggezin kunnen blijven. De staatssecretaris zei dat dit absoluut mogelijk moet blijven. Geldt dat zowel voor de vrijwillige pleegzorg als voor de verplichte pleegzorg? Hoe kan de staatssecretaris die garantie afgeven als de gemeenten straks verantwoordelijk zijn voor de financiën? Hoe kan de staatssecretaris garanderen dat de gemeenten de financiën voor de pleegzorg garanderen? Waarom zouden ze op een gegeven moment geen andere keuzes maken? Die duidelijkheid hoop ik vandaag te krijgen.

We worden platgemaild met grote bezwaren, voornamelijk uit de jeugd-ggz. Deze discussie is niet nieuw, want we kennen die discussie nog van het moment waarop de jeugdzorg naar de provincies ging en de jeugd-ggz alles eraan deed om daarbuiten te blijven. Ik begrijp de zorgen van de kinder- en jeugdpsychiatrie en de zorgen van de ouders, die zich afvragen of zij straks nog rechtstreeks toegang krijgen tot de jeugd-ggz in geval van enkelvoudige zorgen. Tegelijk is dit proces de afgelopen jaren heel zorgvuldig doorlopen. We zochten naar een juiste balans tussen medicalisering, ontzorgen, eigen kracht, eerder signaleren en opvoedingsondersteuning. Van die integrale benadering was de Kamer overtuigd.

De voorzitter: U hebt nog 30 seconden.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Daar kom ik waarschijnlijk wel mee uit.

Ik heb zorgen over de stijgende medicalisering, met name als het gaat om de vragen die rondom ADHD richting de jeugd-ggz gaan. Is de staatssecretaris bereid, onderzoek te doen naar de oorzaken, zodat we meer inzicht krijgen waar die grote stijging vandaan komt?

Tot slot kom ik te spreken over de eigen kracht. Ik ben blij dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aanwezig is bij dit overleg. Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Ypma/Voordewind, of andersom, waarin de regering wordt verzocht om de eigen kracht in te zetten per 1 januari 2014? Heeft de staatssecretaris inmiddels de benodigde financiën al voor elkaar gekregen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug