Bijdrage van Joël Voordewind aan het algemeen overleg Kindermishandeling.

donderdag 15 december 2011

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind en de leden van de algemene commissie voor Jeugdzorg en de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie in een algemeen overleg met staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie.

Onderwerp:   Kindermishandeling

Kamerstuk:   31 015

Datum:      15 december 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik vervang in dit debat mijn collega Wiegman, die niet aanwezig kon zijn. Ik kan helaas niet bij de tweede termijn aanwezig zijn, maar onze medewerkers zullen meeluisteren naar de antwoorden van de staatssecretarissen.

Ik heb wel het genoegen gehad dat ik in de vorige kabinetsperiode het onderwerp "jeugdzorg" in mijn portefeuille had; vandaar dat ik redelijk op de hoogte ben van de ontwikkelingen in de jeugdzorg en de kindermishandeling. Ik ben er een tijdje uit geweest, maar de cijfers die ik nu zie, zijn nog steeds even schokkend. Het aantal signaleringen is wel toegenomen. Bij de AMK's zijn er 68% meer signaleringen. Dat is verheugend om te zien. De feitelijke behandelingen en de acties volgend op de meldingen lopen echter niet synchroon met de toename van het aantal meldingen en het aantal slachtoffers vermindert niet; het zijn er 119.000. Er is nog een groot gat tussen het feit dat wij weten dat er 119.000 slachtoffers zijn en de actie die wij feitelijk ondernemen om dat aantal naar beneden te krijgen. Gemiddeld sterven er per week drie mensen aan huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat zijn heel schokkende cijfers. Na verkeersongevallen is het doodsoorzaak nummer 2. Je zou bijna kunnen spreken van een landelijke epidemie.

Het vorige kabinet had het onderwerp hoog op de agenda en dit kabinet heeft het ook hoog op de agenda. In het actieplan lees ik echter dat afname van het aantal van 119.000 nog jaren kan duren. Daaruit spreekt geen groot gevoel van urgentie. Dat zou ik wel graag willen zien. In het overzicht van de acties lees ik dat de multidisciplinaire aanpak van kindermishandeling moet worden ondersteund en dat er in de toekomst een bredere inzet moet komen. Dat zijn geen heel concrete teksten en ze corresponderen ook niet met de cijfers. In het actieplan staat dat wij moeten stimuleren dat de aanpak van kindermishandeling bij relevante opleidingen tot onderdeel van het curriculum wordt gemaakt. Dat moeten wij niet stimuleren, maar verplicht stellen. Het gebeurt veel te weinig -- hierover spreken wij ook al jarenlang -- dat dit een vast onderdeel van het curriculum is van degenen die straks met kinderen gaan werken. Waarom staat er in het actieplan slechts "stimuleren" en niet "verplicht stellen"? Zo kan ik nog een aantal punten uit het actieplan doornemen. Gezien het grote probleem waarmee wij te maken hebben, mag het echt een stuk concreter, met een deadline, een tijdsplan, erbij.

De twee multidisciplinaire instellingen krijgen te maken met een bezuiniging, terwijl het kabinet voorstaat om veel meer te doen aan het multidisciplinaire karakter. Dat kan ik niet met elkaar rijmen. Hiervoor was er de RAAK-aanpak, waarbij werd ingezet op regionale samenwerking. De samenwerking op regionaal niveau is wel verbeterd, maar wij zien nog steeds dezelfde aantallen. Hoe kan het dat de RAAK-aanpak, die zo groots is gelanceerd en die door het veld is omarmd, geen concrete verbeteringen heeft opgeleverd in de loop der jaren? Ik begrijp ook wel dat menselijk gedrag heel moeilijk te veranderen is, maar wij spreken hier over een gigantisch probleem. Het was een prioriteit van het vorige kabinet en het is een prioriteit van dit kabinet. Dan moeten er toch sneller resultaten worden geboekt? Het gaat om de veiligheid van kinderen op de plek waar zij zich het meest veilig zouden moeten voelen, namelijk in het gezin. Voor hen blijkt de onveiligheid daar echter het grootst te zijn.

Eerder hebben wij gesproken over de Deltamethode. De caseload moet naar beneden. Het is belangrijk om de gezinsvoogdij en de financiering daarvan in stand te houden.

De ChristenUnie vraagt aandacht voor het sociale vangnet. Het hoeft niet altijd een professional te zijn die kindermishandeling meldt. Ik schrik wel van het lage aantal professionals dat betrokken is bij de strijd tegen kindermishandeling. In hoeverre wordt het sociale vangnet van familieleden en vrienden ingezet? Wij hebben eerder een amendement ingediend, dat is aangenomen, over het verplichte kader van de Eigen Kracht-conferenties. Daarnaar zou moeten worden gekeken voordat wordt overgegaan tot uithuisplaatsing. Wat is de verbinding met de Eigen Kracht-conferenties?

Ik kom op de IGZ. Zij moet meer aandacht hebben voor en toezicht houden op het personeel bij de AMK's. Ik ben blij dat het toezicht wordt verscherpt. Hebben de medewerkers van de AMK's nu al een voldoende en gepast opleidingsniveau voor het registreren van kindermishandeling? Is voor het goed signaleren van kindermishandeling geen medische opleiding of betrokkenheid nodig? In het inspectierapport over het AMK is een aantal aanbevelingen gedaan. In hoeverre zijn deze daadwerkelijk uitgevoerd? Is de koppeling aan de melder bijvoorbeeld goed op de rit gezet?

Ik ga in op de meldcode voor kindermishandeling. Verblijf in een asielzoekerscentrum kan een risicofactor zijn. Is het niet het overwegen waard om ook bij de asielzoekerscentra over te gaan tot het instellen van een meldcode?

Ik vraag aandacht voor de BES-eilanden. Moeten wij voor deze eilanden niet ook een meldcode voor kindermishandeling instellen?

De staatssecretaris van Justitie heeft vorige maand besloten dat de vog's aan bepaalde vrijwilligersgroepen gratis kunnen worden aangeboden. Kan dit ook gelden voor kerkelijke vrijwilligers die in de jeugdsector werken? Zij lopen nu nog aan tegen een betaling voor hun vog-aanvraag. Kan de staatssecretaris hier welwillend naar kijken?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


« Terug