Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Leefomgeving

donderdag 26 februari 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een algemeen overleg met staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   Leefomgeving

Kamerstuk:    31 209

Datum:           26 februari 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Onze leefomgeving is ontzettend belangrijk en wordt helaas negatief beïnvloed. Geluidsoverlast staat vaak boven aan het rijtje. Soms kunnen zaken echter nog vervelender zijn. Ik denk aan hoge geluidsschermen. Bewoners in Gilze en Rijen pleiten voor lagere schermen, ook al wordt daarmee mogelijk niet helemaal aan de normen voldaan. Hoge schermen vinden zij geldverspilling en dus niet goed voor hun leefomgeving. Het dorp zou nog meer in tweeën worden verdeeld, de omgeving zou sociaal minder veilig worden en hulpverlening bij calamiteiten wordt ook lastiger. Bovendien wijzen zij erop dat in de loop van de jaren de geluidsbelasting al is afgenomen en deze nog verder zal afnemen door de spoorboog bij Meteren. Is de staatssecretaris bereid om met de bewoners in gesprek te gaan en het alternatief dat zij aandragen serieus te onderzoeken?

Ik kom nu op luchtkwaliteit. Vlak na het vorige algemeen overleg kwam de Monitoringsrapportage NSL 2014 uit. Ik heb daarin gezien dat de luchtvervuiling afneemt. Dat is natuurlijk fantastisch nieuws, maar een feit is dat we de normen voor stikstofdioxide nog niet overal halen. In de monitoringsrapportage lijkt het aantal verwachte overschrijdingen in 2015 mee te vallen. Mijn vraag is wat de onzekerheidsmarges daarin zijn. Daar is de monitoringsrapportage namelijk niet helder over. Hoeveel overschrijdingen verwacht de staatssecretaris als we bijvoorbeeld uitgaan van een kans van 50% of hoger, welke maatregelen neemt zij op deze locaties en wat zijn de consequenties als toch overschrijdingen optreden? Nu er nog zo veel kritieke locaties zijn, snapt de ChristenUnie niet waarom de staatssecretaris eind 2016 wil stoppen met het NSL. We moeten volgens mij nu juist doorgaan om de lucht nog schoner te krijgen. Door jaarlijkse schommelingen kunnen er zo weer overschrijdingen ontstaan. Bovendien kunnen niet alle knelpunten door gemeenten worden opgelost. Zij hebben hier echt steun van het Rijk voor nodig. Veel knelpunten ontstaan immers juist door de hoge achtergrondconcentraties. Kortom, een gezamenlijke aanpak van alle overheden, zoals in het NSL geborgd is, is belangrijk en die willen wij ook voortzetten.

Dat de normen worden gehaald, wil nog niet zeggen dat de lucht die we inademen direct helemaal gezond is. De concentraties fijnstof, PM10, liggen nog steeds boven de advieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het is dan ook vreemd dat het NSL toestaat om de norm op te vullen met extra vervuiling. Wat ons betreft zou de norm verder omlaag moeten. Ondertussen zijn NO2 en fijnstof niet de beste indicatoren voor de gezondheidsrisico's. Belangrijker zijn roet en ultrafijne deeltjes. Ik ben blij om te lezen dat het meetnet voor roet dit jaar wordt verdubbeld. Daarover is ook een motie van mij aangenomen. Wanneer kan de Kamer de eerste uitkomsten van de metingen verwachten?

De cijfers voor stikstofdioxide en fijnstof zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op berekeningen van gemiddelden in de uitstoot, de verkeerscijfers en de lokale kenmerken. De modelmatige berekeningen op kritieke locaties zitten vaak dicht bij de normen, maar zouden met steekproeven gecontroleerd moeten worden. Zo kunnen niet alleen fouten in de input, maar ook fouten in de modellen aan het licht komen. Vinden die steekproeven plaats en, zo ja, hoe vaak? Is de staatssecretaris bereid om daar extra inspanningen op te verrichten?

We hebben gisteren nog een brief gekregen over de PBL-doorrekeningen. Daar ga ik nu inhoudelijk niet al te veel over zeggen. De staatssecretaris schrijft hierin maximaal aansluiting te zoeken bij de PBL-varianten en dat dit wordt gedragen door het stakeholdersoverleg. Mij bereiken signalen dat dit draagvlak er niet is. Is het dan niet goed om opnieuw met elkaar in gesprek te gaan? Wil de staatssecretaris de Kamer daarover rapporteren?

Het weglaten van de uitstoot van kleine tweewielers als aparte bron in de berekeningen van de lokale luchtkwaliteit is wat betreft de ChristenUnie onterecht. De totale bijdrage aan de vervuiling op nationaal niveau is inderdaad gering, maar lokaal kunnen brommers en scooters wel degelijk verschil maken. Die bijdrage kan, zo heeft TNO onderzocht, lokaal wel 5% zijn en het aandeel van het ongezonde ultrafijnstof van deze gemotoriseerde tweewielers is nog veel groter. Bovendien is de blootstelling van andere verkeersdeelnemers, fietsers en voetgangers, heel groot. De ChristenUnie roept de staatssecretaris daarom op om de uitstoot van tweewielers voortaan wel mee te nemen en lokale overheden die vervuiling en overlast door scooters willen bestrijden te steunen.

De elektrische scooter is in opkomst. Mijn vraag is hoe lang we nog moeten wachten tot er een halt wordt toegeroepen aan de verkoop van nieuwe scooters op brandstof. Volgens mij heeft de fractie van de PvdA daar ook vragen over gesteld. Daar kan ik me bij aansluiten.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > februari