Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over de uitbetaling van de PGB's

donderdag 04 juni 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een plenair debat met staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris  Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Debat over de uitbetaling van de PGB’s

Kamerstuk:    25 657

Datum:           4 juni 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Vandaag is het 4 juni en daarmee tuimelen we een zesde maand van pgb-chaos in. Persoonlijke drama's spelen zich nog steeds af. Het rapid response team wordt minder ingezet, maar is nog steeds hard nodig. Er zijn aan alle kanten pleisters geplakt, maar de wond is nog niet genezen. Ik heb vandaag heel veel vragen. We moeten klip-en-klaar weten waar we staan en waar we naartoe gaan en wat wel en wat niet haalbaar is. Hier hebben die 130.000 budgethouders gewoon recht op. De staatssecretaris schetst in zijn brieven een veel te rooskleurig beeld. Dat is mijn fractie echt in het verkeerde keelgat geschoten. De hoorzitting van vorige week was nodig om echt inzicht te krijgen in de problematiek.

Er ligt een kritisch rapport van de Rekenkamer. Een van de kritiekpunten is dat eigenlijk niemand voorzag dat de invoering per januari 2015 niet haalbaar was. Hoe kon dat gebeuren? Tijdens de technische briefing van vorige week bleek dat de SVB "het gevoel had" het wel te zullen redden. Het ging gigantisch mis. Het ministerie van VWS heeft volgens de Rekenkamer signalen onvoldoende herkend. Het ministerie van Sociale Zaken heeft onvoldoende toegezien op de uitvoerbaarheid. Dat is flinke kritiek. Ik wil daarop vandaag van beide staatssecretarissen een reactie hebben.

Hoe gaat het nu? De telefonische bereikbaarheid van de SVB is beter, het rapid response team functioneert en het aantal mensen in de knel neemt heel gestaag af, gezien de hoeveelheid berichten in mijn mailbox. Maar we zijn er nog lang niet. Met veel kunst- en vliegwerk — ik noem de vangnetregelingen en de noodoplossingen — worden betalingen verricht, maar de basis is niet in orde. Eerder nam de Kamer, ook met steun van mijn fractie, een motie aan waarin gesteld werd dat de betalingen per 15 mei op orde moesten zijn. Wat schreef de staatssecretaris? 94% tot 95% van de betaalbaar gestelde declaraties is op tijd betaald. 5% dus niet. Dan hebben we het toch nog over 12.000 mensen. En waar zijn de niet betaalbaar gestelde declaraties? Dat is voor mijn fractie een heel belangrijke vraag. Niemand heeft mij kunnen vertellen om hoeveel mensen het gaat. Honderden? Duizenden? We weten het niet, ook de SVB niet. Het is echt een black box. Heeft de staatssecretaris er daarom voor gekozen om deze groep maar helemaal buiten beschouwing te laten? Ik snap niet waarom de staatssecretaris niet eerder zelf proactief naar deze cijfers op zoek is gegaan. Hij wil toch ook weten welke dossiers niet behandeld kunnen worden en om welke reden? En hoe kan het dat 30% van de budgethouders nog geen bestedingen heeft gedaan op het budget dat klaarstaat? We weten het niet. Ik kan niet uitsluiten dat hieronder ook mensen zijn die nu niet de zorg krijgen die nodig is. Dat vind ik zeer zorgelijk.

Groningen zou 1,2 miljoen kwijt zijn aan het oplossen van de problemen. Rotterdam heeft zeventien fte ingezet. Zeventien gemeenten maken gebruik van een noodvoorziening, waartoe ook mijn fractie heeft opgeroepen. Mensen zelf maken kosten voor bijvoorbeeld leningen, omdat ze geen of onvoldoende inkomen krijgen. De staatssecretaris heeft toegezegd deze kosten te vergoeden, maar waar gaat hij het geld vandaan halen? Wanneer mogen gemeenten en budgethouders hun rekening opsturen voor een schadevergoeding? Van de 60.000 budgetten die ambtshalve zijn toegekend, moeten er nog 27.000 definitief gemaakt worden. Het gaat niet lukken om deze klus voor 1 juli te klaren, en dan volgt er nog een heel traject van herindicaties. In het rondetafelgesprek hoorden we van verschillende gemeenten dat het zeker nog tot eind dit jaar gaat duren voordat alle problemen zijn opgelost. Herkent de staatssecretaris dit? Ik wil daarop een eerlijk antwoord.

Maanden geleden sprak mijn fractie over een pgb-proof systeem, een systeem waarbij de budgethouder de regie heeft. Ik schrok dan ook van de opmerkingen tijdens de hoorzitting dat het systeem mede door de bemoeienis van veel partijen ingewikkelder en ingewikkelder is geworden. Nu is het systeem zo complex geworden dat het onwerkbaar is. Per zorgsoort, per contract en per cliënt kan er een apart maximumtarief zijn, waardoor er in theorie 220.000 verschillende maximumtarieven in het systeem moeten worden opgenomen. Wie verzint zoiets? De ChristenUnie sluit zich dan ook aan bij de oproep van Per Saldo om het systeem veel en veel eenvoudiger te maken. Per Saldo heeft daarvoor ook goede aanbevelingen gedaan.

Er is werk aan de winkel. Dat is overduidelijk. De ChristenUnie vraagt de staatssecretaris van VWS welke inzet hij zich heeft voorgenomen. Wat is het doel waar hij naartoe wil werken? Heeft hij er vertrouwen in dat het goed komt? Ik heb die vraag eerder gesteld en ik wil nu echt een antwoord hebben. De budgethouders en de zorgverleners hebben er nu recht op om het eerlijke verhaal te horen; geen rooskleurige praatjes meer. Waar zitten de problemen? Hoe en wanneer zijn die opgelost? Hoe zorgen we ervoor dat zij niet maand na maand na maand in onzekerheid zitten? Het is nu aan de staatssecretaris van VWS om de ChristenUnie ervan te overtuigen dat hij het is die deze klus gaat fiksen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > juni