Inbreng schriftelijke overleg Carla Dik-Faber ten behoeve van Risicobeoordeling paardenvlees

donderdag 11 juli 2013

Inbreng schriftelijke overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken inzake Risicobeoordeling paardenvlees

Onderwerp:   Risicobeoordeling paardenvlees

Kamerstuk:    26 991

Datum:            11 juli 2013

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de risicobeoordeling paardenvlees. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat er afgelopen week (wederom) onrust is ontstaan over de invoer van paardenvlees uit landen als Bulgarije en Roemenië. Deze leden vragen waarom het kabinet in de brief in het geheel niet ingaat op de invoer uit deze twee landen. Klopt het dat in paardenvlees uit deze twee landen de gevaarlijke parasieten trichinella en toxoplasma relatief vaker voorkomen, zo vragen deze leden. Kan het kabinet aangeven welke maatregelen momenteel genomen worden om het toezicht op de invoer van vlees, en paardenvlees in het bijzonder, uit Bulgarije en Roemenië versterken? Hoeveel procent van de partijen paardenvlees die ingevoerd worden uit Bulgarije en Roemenië wordt gecontroleerd? Is het toezicht op de invoer uit deze twee landen in de afgelopen maanden geïntensiveerd?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de intensiteit van de controles van paardenvlees op de aanwezigheid van mogelijke residuen van diergeneesmiddelen. Kan het kabinet aangeven welke percentage van de in Nederland geslachte paarden in de afgelopen vijf jaar is gecontroleerd op de aanwezigheid van mogelijke residuen van diergeneesmiddelen en parasieten?

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verbaasd over de wijze waarop het kabinet is omgegaan met het advies van de NVWA / BuRO dat het aan te raden is ‘het publieke wederom te attenderen op de risico’s van onvoldoende verhit vlees, waaronder paardenvlees, met name voor risicogroepen zoals zwangere vrouwen’. Het kabinet verwijst naar het algemene advies van het Voedingscentrum, maar heeft dus blijkbaar geen specifieke actie ondernomen, terwijl ambtenaren meerdere keren hebben gewezen op de gevaren voor de volksgezondheid. Waarom heeft het kabinet (bijvoorbeeld via het Voedingscentrum) geen specifieke waarschuwing gegeven voor het eten van paardenvlees, zo vragen genoemde leden. Deze leden constateren dat er wel 50 miljoen kilogram vlees is teruggeroepen (waarvan het merendeel al was geconsumeerd), maar dat de overheid de consument blijkbaar onvoldoende informeerde over de risico’s.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen het kabinet aan te geven wat de stand van zaken is met betrekking tot het al dan niet opvolgen van de aanbevelingen uit het rapport van BuRO. Welke aanbevelingen zijn inmiddels opgevolgd en welke niet, zo vragen deze leden. Zijn er ook aanbevelingen die volgens het kabinet niet uitvoerbaar zijn?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen het kabinet of de herziening van de toezichtsstrategie van de NVWA (vaker en uitgebreider onderzoek naar administraties en verdachte handelsstromen) al concreet wat heeft opgeleverd.

Verder vragen deze leden naar het resultaat van de eerste bijeenkomst van de Europese werkgroep voedselfraude die op 8 juli plaatsvond. In hoeverre komt de inzet van de werkgroep overeen met de inzet van de Nederlandse Taskforce Voedselvertrouwen, zo vragen deze leden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug