Bijdrage Joël Voordewind aan Algemeen Overleg beleid sexuele reproductieve gezondheid en rechten.

woensdag 18 mei 2011

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken in een algemeen overleg met staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken.

Onderwerp:    Beleid op gebied van sexuele en reproductieve gezondheid en rechten , en hiv/aids

Kamerstuk:    32 605

Datum:             18 mei 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Dank aan de aanvrager van het debat om het specifiek over dit onderwerp te hebben en het niet te laten wegvallen in het grotere debat over de focusbrief dat in juni volgt. Als het gaat om het tegengaan van ongewenste zwangerschappen zie ik dat het kabinet toch ook weer kiest voor een focus op enerzijds het verbeteren van toegang van anticonceptie en anderzijds veilige abortussen. Dat wordt ook expliciet zo genoemd. Ik zou het zeer betreuren als steeds de link wordt gelegd tussen gezinsplanning en veilige abortussen. Ik hoop dat de staatssecretaris kan bevestigen dat veilige abortussen niet als vorm van gezinsplanning worden gezien. Wij moeten dat niet zo bekijken, maar met een andere invalshoek. Volgens de ChristenUnie moet veel meer worden gefocust op preventie. Preventie werkt, zo zegt ook de staatssecretaris, maar de uitwerking daarvan komt toch vooral neer op verbeterde toegang tot anticonceptie.

Zal Nederland ook expliciet inzetten op vermindering van het aantal seksuele partners en uitstel van de eerste seksuele contacten door jongeren? In de brief wordt hieraan expliciet aandacht gegeven op pag. 2. Daar staat als verklaring voor de afname van het aantal hiv-infecties dat jongeren hun seksuele gedrag hebben veranderd en dat zij later, als zij seksueel actief zijn geworden, minder partners hebben. Verderop in de brief wordt daar nog eens aan gerefereerd. Waarom staat dan op pag. 2 dat miljoenen mensen onnodige risico’s op soa’s, inclusief hiv-infectie, lopen omdat condooms voor mannen en vrouwen onvoldoende beschikbaar zijn? Weer wordt een-op-een een relatie gelegd met de beschikbaarheid van anticonceptie. In eerste instantie zie ik dus dat er verklaringen worden genoemd. In tweede instantie, als naar oplossingsrichtingen wordt gekeken, zie ik echter alleen nog een causaal verband tussen de beschikbaarheid van voorbehoedmiddelen en het tegengaan van hiv-infecties. Ik hoop dat dit niet de focus wordt van het beleid maar dat het breder wordt gezien, ook naar aanleiding van de beschikbare onderzoeken naar de redenen voor de afname.

Ik zou het zeer betreuren als er een liberale politieke agenda wordt opgedrongen aan landen om vooral veilige abortus te promoten als middel tot gezinsplanning. Ik betreur het zeer dat jaarlijks nog steeds veel vrouwen omkomen door onveilige abortussen, maar in de visie van de ChristenUnie is dit niet te voorkomen door veilige abortussen aan te bieden. Er moet veel meer aandacht worden geschonken aan preventie van abortus en het voorkomen van ongewenste zwangerschappen.

Mevrouw Dikkers (PvdA): Ik mag toch hopen dat collega Voordewind toegang tot veilige abortus wel ziet als integraal onderdeel van het beleid. Ik kan mij heel goed voorstellen dat hij vanuit zijn perspectief zegt dat het geen onderdeel moet zijn van family planning. Het aanbieden en promoten ervan is echter wel iets wat Nederland moet uitdragen.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Wij zien veilige abortussen niet als middel om tot gezinsplanning te komen. Ik hoop dat de PvdA-fractie dat  ook niet zo ziet. Wij zien veilige abortussen wel als een uitweg in medische noodsituaties. Ik hoop niet dat het kabinet het promoten van veilige abortussen ziet als een agenda op zich, met name in landen waar grote terughoudendheid is met betrekking tot veilige abortussen. Wij zijn onder meer in Ethiopië geweest, waar men zeer actief is in het promoten van veilige abortussen zonder dat de hele context van ABC wordt gepresenteerd. Ik zou een dergelijk beleid zeer betreuren. Het voorkomen van zwangerschappen en het promoten van gezinsplanning is veel breder dan inzetten op veilige abortussen.

In dit kader vraag ik mij af in hoeverre het kabinet aansluiting zoekt bij bijvoorbeeld kerken die actief zijn in de zorg voor aidspatiënten maar ook een belangrijke rol kunnen spelen in het overdragen van normen en waarden, het uitstellen van seks en het verminderen van het aantal partners. Van de organisaties heb ik begrepen dat de groep mensen met een handicap of een beperking nog te weinig wordt bereikt. Wil de staatssecretaris ook hun positie versterken als het gaat om de toegang tot preventie, voorbehoedmiddelen etc.?

De Kamer heeft eerder een amendement aangenomen om structureel 8 mln. per jaar aan social protection te besteden, met name aan de kennistransfer en het integrale pakket om aidswezen te beschermen en op te vangen. Hoe staat het met deze financiering? Ik heb berichten gekregen dat de financiering voor volgend jaar nog zeer onzeker is, terwijl UNICEF toch moet anticiperen op deze fondsen voor zijn projecten in landen zoals Mozambique en Ethiopië. Ik hoor goede berichten van de Aidsambassadeur, die projecten heeft bezocht in Zimbabwe. Hij kwam terug met enthousiaste verhalen over hoe effectief deze projecten kunnen zijn, met name als het gaat om onze inbreng van 8 mln.

Tot slot de tenderprocedure voor de subsidies. Ik heb begrepen dat twee organisaties daarvan zijn buitengesloten. Wat zijn de redenen om deze organisaties voor aidspreventie uit te sluiten?

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief > 2011 > mei