Bijdrage Carla Dik aan het plenair begrotingsdebat Economische Zaken: Economie en Innovatie (XIII)

dinsdag 15 januari 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan het plenair begrotingsdebat Economische Zaken: onderdeel Economie en Innovatie (XIII)

Onderwerp:   Begroting Economische Zaken: onderdeel Economie en Innovatie (XIII)

Kamerstuk:    33 400 - XIII

Datum:            15 januari 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Zorg voor de schepping is voor de ChristenUnie cruciaal. Het is duidelijk dat ons huidige economische systeem, met onze manier van produceren en consumeren, fundamenteel herzien moet worden. De druk die onze economie legt op de schepping, op ruimte en milieu, is niet te rechtvaardigen tegenover de rest van de wereld en tegenover volgende generaties. De energiemarkt faalt. Goedkoop is duurkoop op de lange termijn als we zwaar blijven leunen op fossiele energie. Het emissiehandelssysteem ETS komt voorlopig niet eens in de buurt om dit probleem op te lossen. De komende decennia blijven we afhankelijk van olie en gas, maar over een jaar of twintig is het Groningse gas op. De olieprijs zou binnen tien jaar kunnen verdubbelen. Schaliegas, dat risicovol is vanwege het fracken van de bodem, is in Nederland maar zeer beperkt voorradig en brengt ons geen stap dichter bij een duurzame energievoorziening. Waarom dan onze tijd en ons geld aan onderzoeken besteden?

Naast ecologische zijn er dus ook belangrijke economische uitdagingen. Flinke groei van schone energie en energiebesparing zijn het antwoord, niet alleen voor het klimaatprobleem maar juist ook voor een gezonde, toekomstbestendige economie. 100% duurzaam in 2050 is een mooie stip op de horizon, maar we hebben geen totaalvisie op de duurzame energiemix waarmee we een welvarende samenleving in stand kunnen houden, en op de tussenstappen die nodig zijn om daar te komen.

De SER werkt nu samen met maatschappelijke partijen aan een advies over de noodzakelijke energietransitie. Maar zal daarvoor ook breed draagvlak zijn in de politiek? Zijn in het licht van dat advies de kaders van het regeerakkoord leidend? Of zijn VVD en PvdA bereid hun eigen regeerakkoord nog eens goed tegen het licht te houden? Een stabiel en ambitieus beleid wordt met de mond beleden, maar helaas zie ik in het regeerakkoord nog geen fundamentele omslag naar een schone economie. Ik wil een paar punten langslopen.

Ik begin met energiebesparing en de SDE-plusregeling. Energietransitie begint bij energiebesparing. Minister Kamp geeft aan dat hij positief is over een revolverend energiefonds, maar dat hij tot nu toe geen voorstellen heeft gezien met een adequate dekking. Welnu, de ChristenUnie ziet in de onderuitputting van de SDE-plusregeling een prima dekking. Energiebesparing brengt het doel van de SDE, namelijk energietransitie, sneller dichterbij en geldt als het meest kostenefficiënt. Graag krijg ik hierop een reactie van de minister.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik heb nog een vraag over schaliegas. Ik kreeg de indruk dat de ChristenUnie zegt: schaliegas, nu niet en nooit niet. De SP-fractie denkt dat het toch verstandig is om te bekijken of dat gas er op een verantwoorde manier uit te halen is. Schaliegas levert namelijk een hoop geld op dat we zouden kunnen investeren in verduurzaming. We zouden kunnen afspreken dat we dat geld speciaal voor dat doel gaan inzetten. Daarnaast is gas relatief de schoonste overgangsbrandstof. Zouden we niet rustig moeten afwachten onder welke condities het eruit kan komen? Als die condities acceptabel zijn, zouden we het geld zo nuttig mogelijk kunnen besteden aan de transitie. Is dat geen verstandiger aanpak?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Rustig afwachten doe ik zeker niet. Ik voel een enorme onrust als het gaat om schaliegas. Gisteren zijn we tijdens de masterclass in Delft uitvoerig geïnformeerd over het fracken van de bodem. Dat is best risicovol. Om het gas te winnen, moeten er scheuren in de bodem gemaakt worden die ook bovengronds te voelen zijn. Er worden chemische stoffen in de bodem gepompt om die breuken open te houden en het schaliegas naar boven te kunnen halen. Ik heb ook een artikel gelezen -- ik wil het de heer Jansen wel doormailen -- waarin staat dat er afhankelijk van de omstandigheden maar voor vier tot tien jaar schaliegas voorradig is op winbare locaties in onze bodem. Als ik de risico's van de winning, de milieuschade in de ondergrond en de beperkte voorraad in overweging neem, denk ik dat we hier onze energie niet in moeten stoppen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Vier tot tien jaar. Dat zijn 280 tot 700 miljard kubieke meters gas. Dat is geen kleingeld. Mevrouw Dik maakt een inschatting van de uitkomst van het onderzoek. Ik heb in de loop der jaren echter geleerd dat dat niet zo verstandig is. Je kunt naar mijn mening beter afwachten wat dat onderzoek oplevert. Op grond daarvan kun je dan je standpunt bepalen. Waarom wil mevrouw Dik daar in dit geval van afwijken en weet zij op voorhand al wat het beste is voor de mensen op grond van haar eigen inschatting?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik denk dat het heel verstandig is als Nederland gaat inzetten op duurzame energie. Ik ben het met de heer Jansen eens dat gas van alle fossiele energiebronnen de minst slechte is. Als we nu echter gaan inzetten op een risicovol systeem, namelijk schaliegas, dan beperkt ons dat in de inzet op echt duurzame energie. We willen niet dat schaliegas een excuus is om langer door te gaan met de gaswinning in ons land, zodat we de echt fundamentele keuze voor duurzame energie pas op een later moment zullen maken.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat de ChristenUnie de afweging op basis van de huidige kennis maakt, kan ik me voorstellen. Of wij een andere keuze maken of niet, doet nu niet ter zake. De vraag is toekomstgericht. Stel nu dat die inschattingen en die feiten veranderen. Stel nu dat die zorgen voor een groot deel weggenomen kunnen worden en een kosten-batenanalyse positief uitvalt.

De ChristenUnie kennende, neem ik aan dat zij continu blijft kijken naar de wijze waarop de feiten zich ontwikkelen en dat zij dit standpunt dan ook kan ontwikkelen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Natuurlijk staat de ChristenUnie open voor de feiten. De feiten zijn op dit moment heel erg duidelijk. Schaliegas is moeilijk winbaar en de techniek is risicovol. We brengen chemische substantie in de ondergrond, waarvan ik zeg: je moet niet met elkaar willen dat we op die manier met de aarde omgaan. Laten we kiezen voor echt duurzame energie. Voor de ChristenUnie zijn dat zon, wind en biomassa uit reststromen. Dat zijn de technieken van de toekomst. Geothermie is ook nog een mogelijkheid, maar niet schaliegas met alle risico's van dien.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Is het nu niet of is het nu niet en nooit niet?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ga daar nu geen antwoord op geven. Er lopen onderzoeken, maar ik verwacht niet dat daar een andere conclusie uit zal komen. Het is gewoon zeer ingewikkeld om schaliegas te winnen. Er zijn methoden voor die niet duurzaam zijn. Zolang dat de situatie is, ben ik er geen voorstander van. Het schaliegas zit nu zeer diep in de bodem, tot twee, drie kilometer diepte. Het komt niet eens in hogere lagen te zitten. Aan de omstandigheden van die moeilijke winning verander je niets.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ben benieuwd of de ChristenUnie de zorgen van GroenLinks deelt dat de winning, zelfs als die in theorie veilig kan, zo duur wordt dat die waarschijnlijk niet rendabel is en dat er in Nederland nu al heel weinig inspectiecapaciteit is om wat we nu al doen goed en grondig te inspecteren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben het eens met de fractie van GroenLinks dat er risico's zijn en dat toezicht, handhaving en inspectie een belangrijk aandachtspunt zullen zijn, juist ook vanwege de risico's. Ik heb zojuist geantwoord op vragen van andere collega's dat schaliegas bij ons niet in beeld is omdat het de werkelijke transitie naar echt duurzame energie alleen zal vertragen. Er is beperkte voorraad. We moeten onze tijd en energie hier niet op inzetten. Mevrouw Van Tongeren benoemt in aanvulling daarop risico's waarvoor inspectie nodig is. Ik meen dat we het met elkaar eens zijn.

Voorzitter. In het Lenteakkoord stond een departementale taakstelling die niet is ingevuld door te bezuinigen in het eigen departement maar door het overgebleven geld voor duurzame energie te gebruiken. Over enkele jaren kort de minister zelfs op innovatiegeld voor bedrijven om zijn eigen departementale taakstelling in te vullen. Laat hij zijn eigen departement ongemoeid, maar kort hij wel op geld voor duurzame energie en op het innovatiebudget? Graag een reactie.

Ik kom te spreken over decentraal en energiecoöperaties. We gaan van centraal naar decentraal. Steeds meer burgers en coöperaties nemen zelf het heft in handen voor hun eigen energievoorziening, omdat het beter is voor het milieu, maar ook om niet meer afhankelijk te zijn van multinationals. Dat spreekt mij enorm aan. Salderen op afstand, een belangrijke impuls voor opwekking door burgers en coöperaties, keert niet terug in het regeerakkoord. Daarvoor in de plaats komt een verlaagd tarief in de energiebelasting voor kleinverbruikers, maar de overige energieverbruikers gaan juist meer energiebelasting betalen. Hoe sociaal is dit? Zet dit echt zoden aan de dijk, zeker in vergelijking met salderen op afstand? Waarom is niet gekozen voor het uitbreiden van de salderingsregels richting coöperaties?

Ik ga in op windenergie. De ChristenUnie wil ruim baan voor schone energie. Gelukkig heeft het nieuwe kabinet de ambitie om de plannen voor wind op zee weer nieuw leven in te blazen, al wordt deze verder niet concreet gemaakt. De ChristenUnie is van mening dat de plannen voor windenergie op land gewoon moeten worden uitgevoerd. Vanmiddag kregen we een brief waaruit blijkt dat er nog geen akkoord is tussen de provincies. Het proces verloopt op z'n zachtst gezegd moeizaam. De ChristenUnie heeft dan ook grote twijfels bij de uitvoerbaarheid. Zijn de aangewezen locaties voldoende realistisch? Gaat de minister de realisatie jaarlijks monitoren? Wat gaat hij doen als er onvoldoende vaart in zit? Is de rijkscoördinatieregeling een goede stok achter de deur? Ik besef dat gebrek aan draagvlak de realisatie van windenergie enorm kan beperken. Er is ook sprake van innovatie op het gebied van duurzame energie, zoals innovatie op windenergie, maar ook innovatie op andere duurzame energietechnieken. Is de minister daarom bereid, te onderzoeken of een tijdelijke vergunning van locaties voor windenergie mogelijk is?

Ik ga verder met biomassa. Over duurzaamheidscriteria is al uitvoerig gesproken. De ChristenUnie ondersteunt dat. Daarnaast ben ik van mening dat kleinschalige bio-energie niet de dupe mag worden van grootschalige inzet van biomassa. Bovendien geldt volgens ons altijd dat hergebruik prioriteit heeft boven bij- en meestook van reststromen. Is de minister bereid om eerlijke concurrentie tussen grootschalige en kleinschalige bio-energie te voorkomen? De ChristenUnie vindt subsidiëring van bij- en meestook van biomassa in kolencentrales onbegrijpelijk. Ik heb een aangehouden motie die subsidiëring van biomassa in kolencentrales uitsluit. Het subsidiëren van biomassabijstook is een typisch voorbeeld van oude energiepolitiek: grote centrales worden aan de praat gehouden, terwijl wij eigenlijk de omslag naar innovatieve en schone technieken moeten maken.

Ik kom op de MEV-plus. Het is hard nodig dat wij een omslag maken in ons denken over de economie. Willen we onze economie alleen uitdrukken in termen van geld en groei of zijn wij bereid om daarbij ook andere waarden mee te wegen, zoals sociale factoren, natuur en milieu? Onlangs presenteerde het Platform Duurzame en Solidaire Economie de Macro Economische Verkenningen 2013 met een plus. Daarin is niet alleen ruimte voor financiële, maar ook voor sociale en ecologische indicatoren. De ChristenUnie vindt dat dit de standaard moet worden voor de jaarlijkse MEV van het CPB. Wil de minister hier ook voor gaan?

Mijn conclusie luidt als volgt. De ChristenUnie moet helaas vaststellen dat het regeerakkoord niet de langjarige, ambitieuze visie op duurzame energie biedt, maar een optelsom is van extra subsidies via de SDE-plus en een aantal kleinere maatregelen die niet eens allemaal positief uitwerken. Ik hoop de minister met onze bijdrage aan het debat te prikkelen tot het formuleren van een alomvattende visie. Kan ik erop rekenen dat deze visie voor de zomer van dit jaar -- ik meen dat het desbetreffende SER-rapport dan voorhanden is -- naar de Kamer wordt verzonden?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2013 > januari