Inbreng schriftelijk overleg Carla Dik inzake Landbouw- en Visserijraad d.d. 18 - 20 december 2012

woensdag 12 december 2012

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken inzake de Landbouw- en Visserijraad d.d. 18-20 december 2012

Onderwerp:   Landbouw- en Visserijraad d.d. 18 en 19 en 20 december 2012

Kamerstuk:    21 501 - 32

Datum:            12 december 2012

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad die op 18 en 20 december 2012 zal plaatsvinden. Deze leden hebben de volgende vragen en opmerkingen.

Landbouw

Algemeen

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het verslag van de Raad van november dat een partiële algemene benadering niet haalbaar is zonder duidelijkheid over het GLB-budget. Deze leden zien echter niet in waarom er geen mogelijkheden zijn voor lidstaten om verdere overeenstemming over de GLB-hervorming te bereiken. Uit het verslag en de agenda van de komende Raad lijkt naar voren te komen dat er in het afgelopen halfjaar in de Raad weinig vooruitgang is geboekt in de GLB-onderhandelingen en dat er vooral oriënterende debatten zijn gevoerd. Zij zijn dan ook zeer benieuwd naar het voortgangsverslag van het Cypriotische voorzitterschap en de plannen van het komende Ierse voorzitterschap. Kan de minister aangeven hoe hij de voortgang beoordeelt in het licht van het tijdspad dat nog rest tot 2014? En wat is het standpunt van de regering inzake een mogelijk overgangsregime als blijkt dat de onderhandeling over de GLB-hervorming niet voor 2014 zijn afgerond? Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse landbouwsector als ?

Vergroening

Het verslag van de vorige Raad over het onderwerp ‘vergroening’ roept veel vragen op bij de leden van de ChristenUnie-fractie. Deze leden achten het van het groot belang dat de vergroening van het GLB ambitie uitstraalt, waarbij boeren maatregelen kunnen kiezen die bij hun bedrijf en omgeving passen, maar waarbij tegelijkertijd de administratieve en controlelasten niet onevenredig toenemen.

Deze leden lezen dat naast de drie vergroeningsmaatregelen die door de Commissie zijn voorgesteld ook ‘equivalente’ maatregelen mogelijk zijn, mits deze een gelijk of beter resultaat opleveren. Welke resultaten worden in dit geval precies beoogd met de drie voorgestelde maatregelen? Hoe worden deze resultaten gemeten? Is de wetenschappelijke onderbouwing van deze drie maatregelen al gereed? En hoe en door wie wordt bepaald of equivalente maatregelen die door lidstaten worden voorgesteld in aanmerking komen voor opname in het GLB als vergroeningsmaatregel?

Kan de minister aangeven welke mogelijkheden hij ziet om het door Nederland voorgestelde flexibele keuzemenu als equivalente maaregel te beschouwen? Komen ook maatregelen op het terrein van dierenwelzijn (waaronder weidegang), duurzame stallen (waaronder aanpassingen die nodig zijn binnen de PAS/Natura 2000) en precisielandbouw in aanmerking voor deze equivalente maatregelen? 

Het verslag introduceert ook het begrip baseline in het plattelandsbeleid. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de minister wat het verschil is tussen deze baseline en de cross compliance voorwaarden uit de eerste pijler. Hoe wordt gewaarborgd dat de vergroeningsmaatregelen daadwerkelijk bovenwettelijke prestaties zullen zijn die verder gaan dan de baseline en de cross compliance? Wat betekent dit verder voor het agrarisch natuurbeheer in het plattelandsbeleid, wordt het ‘instapniveau’  hiervoor verhoogd?

Suikerquotering

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verheugd dat er een meerderheid in de Raad is die het afschaffen van de suikerquota wil uitstellen. Kan de minister aangeven hoe een overgangsregeling er in dat geval uit komt te zien? Betekent dit dat de quota tot 2020 worden verhoogd om zodoende meer suiker op de interne markt beschikbaar te laten komen? Wat zijn hierbij de voor- en nadelen voor de Nederlandse bietentelers, suikerproducenten en suikerverwerkers? En wat zijn de effecten van een eventueel uitstel van de afschaffing voor de suikerproducenten in ontwikkelingslanden? Kan de minister aangeven wanneer een definitief besluit over de suikerquotering wordt verwacht?

Visserij

De ChristenUnie onderstreept dat de komende besluiten op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid verstrekkend zijn. Er moet daarom goed worden gekeken naar de uitvoerbaarheid en de gevolgen voor de vissers. De ChristenUnie vraagt daarom nogmaals maximale inzet van de regering om in de LNV-raad draagvlak te krijgen voor het compromisvoorstel van de visserijsector t.a.v. de discards en de aanlandplicht. Dit instrument moet alleen worden ingezet voor soorten waarvan het bestand onder een kritisch niveau is gekomen maar dus niet permanent en niet voor alle soorten. Het huidige voorstel is onwerkbaar en jaagt de sector onnodig op hoge kosten.

De komende raad staan traditiegetrouw de vangsquota van het komende jaar centraal. De ChristenUnie is blij met de bezwaren van het kabinet tegen de verhoogde ambities voor het bereiken van de maximale duurzame oogst (MSY) in 2013 in plaats van 2015. Dit is onhaalbaar en het is ook niet in lijn met de algemene oriëntatie van de Raad over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Er is geen enkele aanleiding voor versnellen van de MSY. De ChristenUnie roept juist op om het concept MSY te nuanceren. Het is een nieuw instrument wat gezien de groeiende omvang van de visbestanden voorzichtig moet worden toegepast. Het is beter vast te houden aan de eerder geformuleerde doelstellingen conform de VN Johannesburg verklaring: MSY waar mogelijk in 2015.

Er is meer steun bij alle betrokkenen voor het werken met meerjarenplannen. Niet alle omstandigheden zijn te voorzien maar het is beter om te kijken hoe de meerjarenplannen daarop goed kunnen inspelen. De aanpassing van deze meerjarenplannen is nu echter een gedeelde verantwoordelijkheid van de Raad en het Europees Parlement. Dit heeft geleid tot een patstelling waardoor er geen besluiten worden genomen. Er ligt nu een voorstel om toch te komen tot een bevriezing van de zeedagen voor kabeljauw wat voor Nederland een verbetering is ten opzichte van de afname van het aantal zeedagen, maar de regering wil de verhouding met het Europees Parlement op dit punt niet verstoren. De ChristenUnie-fractie heeft hiervoor begrip maar de patstelling duurt nu al drie jaar en mag niet langer voortduren. Wat betreft de ChristenUnie moet er nu een Raadsbesluit komen over de zeedagenproblematiek voor de kabeljauw. Hoe denkt de regering het probleem met de patstelling meer structureel op te lossen? Gisteren is de Scheveningen Groep, het informele overleg van lidstaten rond de Noordzee, bijeengekomen om dit te bespreken. Wat heeft dit overleg opgeleverd?

De ChristenUnie heeft wel zorgen over vergelijkbare problematiek van de platvissector waar ook een automatische reductie van zeedagen dreigt. Mooi dat het kabinet de korting op de zeedagen bij tong en schol van tafel wil krijgen. Maar gaat het kabinet hier ook een link leggen met de discussie over kabeljauw door concrete stappen te nemen die er toe leiden dat een oplossing voor kabeljauw ook gaat gelden voor de platvissector? Meer concreet, hoe verloopt de invulling van fase II van het beheerplan tong en schol en wordt de korting in de zeedagen voor deze vissers een halt toegeroepen?

We moeten volgens de ChristenUnie naar een meer fundamentele oplossing voor het probleem met de zeedagen. Immers in Nederland is door de individueel overdraagbare vangstrechten een sturing op zeedagen onmogelijk. Bovendien is het niet uit te leggen dat door de onaanpasbaarheid van de beheerplannen een automatische korting op zeedagen wordt doorgezet, terwijl de visbestanden en dus de TAC’s groeien. Is de regering bereid het systeem van de zeedagen meer fundamenteel ter discussie te stellen?

In de platvis visserijen worden een aantal vissoorten op stabiel niveau bij gevangen. Het gaat dan o.a. om tarbot, griet, schar, bot en tongschar. Over deze vissoorten zijn niet of heel weinig wetenschappelijke gegevens bekend zoals bij de primaire doelsoorten tong en schol. Er wordt in ICES verband gewerkt aan invulling van de voorzorgsbenadering voor deze soorten. Resultaten verschijnen komend jaar. De ChristenUnie vindt het dan ook vreemd dat daar nu al een voorschot op wordt genomen. Het is volgens de ChristenUnie ook onterecht om bestanden waarover weinig gegevens bekend zijn elk jaar weer automatisch te korten terwijl er bij zowel overheid als industrie geen geld is voor volledig bestandsonderzoek naar deze meestal kleinere bestanden. Momenteel is het tarbotquotum voor 2012 al volledig benut. Deelt de regering de mening dat niet van vissers verlangd kan worden om deze vissoort die automatisch wordt bijgevangen en economisch zeer belangrijk is als bijvangst te discarden? De ChristenUnie steunt de keuze van het kabinet om nu voor tarbot & grietje 0% korting te verlangen. Maar waarom geldt dat niet voor alle bestanden met een beperkte hoeveelheid gegevens? Waarom accepteert de regering beperkte reducties voor tongschar, witje en silversmelt? De ChristenUnie vraagt een toelichting tegen de achtergrond dat bijvoorbeeld de Faroese sector voor haar visserij op hetzelfde bestand enkele maanden geleden een MSC certificaat heeft behaald.

Het kabinet stelt dat het de Europese Commissie met Noordzee naar een TAC voor haring in de Noordzee zoekt, die recht doet aan de jongste inzichten over de (grotere) omvang van het bestand en op korte tot middellange termijn zal leiden tot MSY. Maar deelt de regering de mening dat de Noordzee haring al sinds 2006 voldoet aan de MSY doelstelling en dat de reden voor het aanpassen van het beheerplan juist is dat het huidige beheer leidt tot onderbenutting.

De Europese commissie wil bij de vaststelling van de 2013 TAC voor makreel inzetten op een extra korting voor de EU en Noorwegen bovenop de 15% korting die wordt opgelegd door het wetenschappelijk advies en deze hoeveelheid ‘reserveren’ als verhoogde aandeel voor IJsland en de Faeroer. Wordt dit voorgesteld om de mogelijkheid te creëren om ergens in 2013 een sanctiemaatregel in te stellen tegen beide landen? De ChristenUnie vindt een dergelijke extra korting voorbarig als er nog geen enkele inzicht is over welke sancties de Commissie wil opleggen en er dus ook geen zicht is op de effectiviteit hiervan. Ook is nog niet duidelijk in welke mate eventuele sancties al dan niet strijdig zijn met de WTO. De ChristenUnie vindt niet dat de sector moet gaan betalen in de vorm van een extra korting voor een maatregel die of niet effectief is of er mogelijk helemaal niet gaat komen en vraagt de regering daarom zich te verzetten tegen de extra korting zolang er geen duidelijkheid is op deze punten.

Het kabinet meldt in haar brief niets over de inzet van het voor Nederland nog heel belangrijke westelijke horsmakreelbestand. Voor dit bestand is er sinds 2007 een lange termijn beheerplan dat steeds is gebruikt bij de jaarlijkse TAC vaststelling. Gaat de Europese Commissie en de Raad voor 2013 ondanks de huidige juridische patstelling en de positie van Noorwegen wederom de TAC voor dit bestand vaststellen op basis van het beheerplan? De ChristenUnie roept de regering op zich hiervoor sterk te maken.

De ChristenUnie constateert dat in de visserijsector volledig gedocumenteerde visserij wordt gesteund. Maar deelt de regering de mening dat dit niet hetzelfde is als het uitrusten van alle schepen met video systemen. Dit is een erg ingrijpend middel en bovendien minder eenvoudig dan het lijkt. Deelt de regering dat er nog veel technische problemen zijn en ook (automatische) verwerking van al die camerabeelden complex is? En hoe kijkt de regering aan tegen het feit dat de Europese Commissie enerzijds toepassing van individueel overdraagbare quota bepleit maar tegelijkertijd de verdere ontwikkeling van volledige gedocumenteerde visserij door quotumoverdrachten niet meer toe staat?

Tenslotte vraagt de ChristenUnie wat het opschorten van de onderhandelingen met Noorwegen concreet betekent voor de gezamenlijk beheerde bestanden. Deelt de regering de mening dat voor deze bestanden er daarom geen definitief besluit kan worden genomen over de TAC voor 2013 maar dat nu in de decemberraad wel alles op alles moet worden gezet om zo goed mogelijk voor te sorteren op de 3e onderhandelingsronde in januari?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief > 2012 > december