Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over de Q-koorts

donderdag 11 april 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een plenair debat met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken 

Onderwerp:   Debat over de Q-koorts

Kamerstuk:    29 683

Datum:            11 april 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Met de recente besmettingen en het rapport van de Gezondheidsraad, waarin staat dat er een minimumafstand van vijf kilometer in acht moet worden genomen, is de discussie over Q-koorts ook nu weer -- nog steeds, kan ik beter zeggen -- actueel. Ik hoop dat het kabinet snel met een reactie komt op het rapport van de Gezondheidsraad, zodat we daarover kunnen debatteren.

Vanmiddag spreken we echter over de aanpak van de Q-koortsuitbraak in de periode 2007-2010 en de grote impact die dit heeft gehad voor een grote groep mensen, met name de Q-koortspatiënten en de geitenhouders. Door de aanpak van de overheid en de nasleep daarvan heeft het vertrouwen tussen overheid en burger een flinke deuk opgelopen. Het is niet alleen gebleken dat informatie is achtergehouden. Bij de aanpak hebben economische belangen de boventoon gevoerd en is veel te weinig aandacht geweest voor de patiënten, met name die met chronische Q-koorts. Het is nu tijd voor herstel van vertrouwen, voor erkenning van slachtoffers, voor financiële compensatie bij schrijnende situaties en bovenal voor excuses.

Ik wil in mijn bijdrage ingaan op de volgende punten: de informatievoorziening, de ondersteuning van de Q-koortspatiënten en de lessen die we kunnen trekken uit de Q-koortsaanpak.

Eerst de informatievoorziening. Afgelopen week kreeg de Kamer op de valreep het dossier met de correspondentie tussen de verschillende ministeries en de Gezondheidsdienst voor Dieren toegestuurd. Een brief met 162 bijlagen. Dit dossier was toegezegd voor 1 september 2012. Mijn fractie betreurt deze gang van zaken. Bij de aanpak van de Q-koortsuitbraak is veel fout gegaan in de informatievoorziening aan de Kamer; er is informatie niet of te laat opgestuurd. Nu wordt nieuwe informatie opnieuw heel laat naar de Kamer gestuurd. Waarom is dit dossier niet eerder opgestuurd naar de Kamer, zodat we er beter nota van hadden kunnen nemen? Mag ik ervan uitgaan dat dit het complete dossier is?

Dan kom ik bij de ondersteuning van de Q-koortspatiënten. Hiertoe zou een stichting opgericht worden die met een budget van 10 miljoen euro patiënten met chronische Q-koorts en andere Q-koortspatiënten kan ondersteunen. Waarom is deze stichting nog niet van de grond gekomen? Waarom is deze stichting nog niet operationeel? De laatste brief van de minister van VWS dateert van december 2012. De ChristenUnie staat in ieder geval nog steeds op het standpunt, zoals dat ook is verwoord in de motie-Ormel die ook mede door ons is ondertekend, dat er ruimte moet zijn om in individuele schrijnende situaties patiënten financieel te ondersteunen bij het verbeteren van hun toekomstperspectief. Verder is de ChristenUnie van mening dat er naast de ruimhartige inzet van bestaande regelingen en verzekeringen voor Q-koortspatiënten, ook ruimte moet zijn voor investeringen in de ontwikkeling van behandelmethoden voor Q-koorts. Wat gebeurt er op dit moment op dit vlak? Welke acties heeft het ministerie van VWS de afgelopen tijd ondernomen om de behandeling van zoönose te verbeteren?

Een belangrijke vraag is welke lessen we kunnen trekken uit het crisismanagement ten tijde van de Q-koortsepidemie. Bij de Q-koorts maar ook bij andere dierziekteuitbraken zoals MKZ, is duidelijk gebleken dat er discutabele beslissingen zijn genomen met een lange, ook juridische nasleep tot gevolg. De diagnostiek, onder andere bij het Centraal Veterinair Instituut, staat nog steeds ter discussie. Wat gaat de staatssecretaris doen om het overheidstoezicht op het onderzoek naar dierziekteuitbraken te verbeteren en welke lessen heeft het ministerie zelf getrokken naar aanleiding van de Q-koortscrisis? Weke veranderingen zijn doorgevoerd in het crisismanagement op het ministerie?

Ik kom terug op het begin van mijn betoog. Het is nu tijd voor herstel van vertrouwen, voor erkenning van slachtoffers, voor financiële compensatie in schrijnende situaties en vooral voor excuses. Ik zou heel graag zien dat er woorden zijn en begrip en contact. Natuurlijk is het zo dat de relatie tussen overheid en burgers een andere is dan die tussen twee burgers onderling, maar dat wil niet zeggen dat er geen excuses kunnen worden aangeboden. Het kan volgens mij prima, zonder dat excuses een middel worden in een juridische procedure.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief > 2013 > april